In de Verordeningen (EG) nr. 1073/1999 en (Euratom) nr. 1074/1999 wordt (in artikel 1, lid 1 en artikel 3) bepaald dat het Bureau de aan de Commissie verleende bevoegdheid uitoefent om in de lidstaten en, conform de lopende samenwerkingsovereenkomsten in derde landen, controles en verificaties ter plaatse te verrichten om in voorkomende gevallen het onregelmatige karakter vast te stellen van de gecontroleerde werkzaamheden. Deze onderzoeken laten (op grond van artikel 2 van genoemde verordeningen) de bevoegdheid van de lidstaten inzake strafvervolging onverlet.
Les règlements (CE) n° 1073/1999 et (Euratom) n° 1074/1999 (article 1er paragraphe 1 et article 3) prévoient que l'Office exerce la compétence conférée à la Commission d'effectuer les contrôles et vérifications sur place dans les Etats membres ou les pays tiers, conformément aux accords de coopération en vigueur, en vue d'établir, le cas échéant, le caractère irrégulier des activités contrôlées, sans pour autant (article 2 desdits règlements) affecter la compétence des Etats membres en matière de poursuite pénale.