18. benadrukt dat het van cruciaal belang is dat Armenië, Azer
beidzjan en Georgië zich onomwonden verplichten de mensenrechten en fundamentele vrijheden te respecteren, wat een voorwaarde is om de toekomstige betrekkingen tussen deze landen en de EU te bepalen; verwacht van deze landen dat ze zich zullen houden aan de doelstellingen die in het actieplan van het ENP zijn neergelegd, alsmede de aanbevelingen die de Raad van Europa op dit punt heeft g
edaan; verzoekt de Commissie met alle drie de landen te onderhandelen over de oprichti
...[+++]ng van subcommissies voor mensenrechten; 18. souligne qu'un engagement sans ambiguïté de l'Arménie, de l'Azerbaïdjan et de la Géorgie à respecter les droits de l'homme et les libertés fondamentales est de la plus haute importance pour leurs relations futures avec l'Union européenne; attend de ces pays qu'ils satisfassent aux objectifs du plan d'action PEV et aux recommandations du Conseil de l'Europe à cet égard; demande à la Commission de négocier la mise en place de sous-commissions des droits de l'homme avec chacun d'entre eux;