België is voor het Hof van Justitie van de Europese Unie gedagvaard door de Europese Commissie (C-383/10) omdat België, door een regeling in te voeren en te handhaven volgens welke de door niet-ingezeten banken uitbetaalde interesten op discriminatoire wijze worden belast doordat een belastingvrijstelling uitsluitend voor door Belgische banken uitbetaalde interesten wordt toegepast, de verplichtingen niet zou zijn nagekomen die op hem rusten krachtens de bepalingen van de artikelen 56 en 63 van het VWEU en de artikelen 36 en 41 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte.
La Belgique a été citée devant la Cour de justice de l'Union européenne par la Commission européenne (affaire C-383/10) au motif qu'en instaurant et maintenant un régime établissant l'imposition discriminatoire des intérêts payés par les banques non résidentes par l'application d'une exonération fiscale uniquement aux intérêts payés par les banques belges, la Belgique aurait manqué aux obligations qui lui incombent en vertu des dispositions des articles 56 et 63 du TFUE et des articles 36 et 41 de l'Accord sur l'Espace économique européen.