Indien een onderneming een zakenrelatie aanknoopt of een occasionele verrichting uitvoert met een cliënt die via de tussenkomst van een derde zaakaanbrenger werd geïdentificeerd, vraagt zij deze derde zaakaanbrenger haar de in artikel 25, 2°, bedoelde gegevens en, in voorkomend geval, documenten te bezorgen en controleert zij of goed gevolg wordt gegeven aan dit verzoek om informatie.
Les organismes qui nouent des relations d'affaires ou réalisent des opérations occasionnelles avec des clients identifiés à l'intervention d'un tiers introducteur requièrent que celui-ci leur communique les informations et, le cas échéant, les documents visés à l'article 25, 2°, et s'assurent du bon accomplissement de cette communication.