7. benadrukt dat met de wetgeving naar aanleiding van de Erika en de Prestige belangrijke maatregelen zijn genomen om de scheepvaart in Europese wateren veiliger te maken en dat een snelle en volledige invoering en strenge handhaving van de Europese regels door de lidstaten dan ook voorop dient te staan; betreurt in dit verband dat zeven lidstaten (Italië, Oostenrijk, Luxemburg, Griekenland, Finland, België en Nederland) twee cruciale richtlijnen inzake havenstaatcontrole en classificatiebureaus nog altijd niet of onvolledig hebben omgezet in nationale wetgeving;
7. insiste sur le fait que la législation mise en place après les catastrophes de l'Erika et du Prestige a permis de prendre des mesures renforçant la sécurité de la navigation maritime dans les eaux européennes et qu'il convient par conséquent d'accorder la priorité à l'introduction immédiate et intégrale et à l'application rigoureuse des dispositions européennes par les États membres; déplore dans ce contexte que sept États membres (Italie, Autriche, Luxembourg, Grèce, Finlande, Belgique et Pays‑Bas) n'ont toujours pas, ou incomplètement, transposé dans leurs législations nationales deux directives capitales relatives au contrôle de l'État de port
et aux sociétés de classification ...[+++]; 
