Art. 13. § 1. Onverminderd artikel 2, worden teeltmateriaal en plantgoed van groentegewassen die behoren tot de in de bijlage genoemde geslachten en soorten en die tevens onder het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 31 augustus 2006 houdende reglementering van de handel in en van de keuring van zaaizaad van groentezaad en zaad van cichorei voor de industrie vallen, binnen de Europese Gemeenschap alleen in de handel gebracht als ze behoren tot een ras dat overeenkomstig dit bovengenoemd besluit van 31 augustus 2006. toegelaten is.
Art. 13. § 1. Sans préjudice de l'article 2, les matériels de multiplication et les plants de légumes appartenant aux espèces et genres visés à l'annexe, et relevant également de l'arrêté du gouvernement de la région de Bruxelles-Capitale du 31 août 2006 portant réglementation du commerce et du contrôle des semences de légumes et de chicorée industrielle, ne sont commercialisés au sein de la Communauté européenne que s'ils appartiennent à une variété qui est autorisée conformément à l'arrêté précité du 31. août 2006.