2. Indien de beschermde persoon of de persoon van wie de dreiging uitgaat het overeenkomstig lid 1 afgegeven certificaat bij de bevoegde autoriteit indient, worden de gevolgen van de erkenning en, in voorkomend geval, de tenuitvoerlegging van de beschermingsmaatregel door die bevoegde autoriteit van de aangezochte lidstaat geschorst of ingetrokken.
2. Sur présentation, par la personne protégée ou par la personne à l’origine du risque encouru, du certificat délivré conformément au paragraphe 1, l’autorité compétente de l’État membre requis suspend ou annule les effets de la reconnaissance et, lorsqu’il y a lieu, l’exécution de la mesure de protection.