De herverzekeringstussenpersonen worden geacht over de vereiste beroepskennis als bedoeld in artikel 11, § 3, 1°, van de wet te beschikken indien zij houder zijn van een overeenkomstig een decreet van de Vlaamse of de Franse Gemeenschap door een universiteit of een hogeschool toegekend master diploma in de rechten, economie of handelswetenschappen of van een daarmee gelijkgesteld diploma toegekend vóór het academiejaar 2004-2005, en die met succes een door de CBFA erkende gespecialiseerde cursus in herverzekeringen gevolgd hebben.
Les intermédiaires de réassurances sont censés posséder les connaissances professionnelles requises visées à l'article 11, § 3, 1°, de la loi s'ils sont titulaires d'un diplôme de master en droit, en économie ou en sciences commerciales délivré par une université ou par une école supérieure conformément à un décret de la Communauté française ou de la Communauté flamande, ou d'un diplôme équivalent délivré avant l'année académique 2004-2005, et s'ils ont suivi avec fruit un cours spécialisé en réassurances agréé par la CBFA.