Art. 4. Om uit te maken of er eventueel sprake is van handelingen in de zin van artikel 25, § 1, 3°, van de wet houden de CBFA en tussenpersonen die onderworpen zijn aan de verplichting van artikel 25bis, § 4, van de wet, rekening met volgende reeks signalen :
Art. 4. Pour juger de l'existence éventuelle d'actes visés à l'article 25, § 1, 3°, de la loi, la CBFA et les intermédiaires soumis à l'obligation prévue par l'article 25bis, § 4, de la loi, prennent en considération les signaux suivants :