In zijn arrest van 22 juni 2004 oordeelde het Hof van Cassatie in algemene bewoordingen dat artikel 29, tweede lid, Sv. de kennisgeving door een fiscale ambtenaar van een gemeenrechtelijk misdrijf niet aan voorafgaande machtiging onderwerpt ook al krijgt op deze wijze de procureur des Konings kennis van een fiscaal misdrijf dat met het ter kennis gebrachte gemeenrechtelijke misdrijf verband houdt.
Dans son arrêt du 22 juin 2004, la Cour de cassation a considéré en des termes généraux que l'article 29, alinéa 2, du Code d'instruction criminelle ne soumet pas à une autorisation préalable la dénonciation faite par un fonctionnaire fiscal d'une infraction de droit commun, même si une infraction fiscale associée à l'infraction de droit commun dénoncée est ainsi portée à la connaissance du procureur du Roi.