45. roept de Commissie en de lidstaten op onverwijld te beoordelen of het passende beschermingsniveau in Nieuw-Zeelande Pr
ivacy Act en van de Canadese Personal Information Protection and Electronic Documents Act, zoals verklaard in Uitvoeringsbesluit 2013/65/EU en Beschikking 2002/2/EG van 20 december 2001 zijn beïnvloed door de betrokkenheid van de inlichtingenbureaus van deze landen bij de grootschalige observering van EU-burgers, en passende maatregelen te nemen om de adequaatheidsbesluiten op te schorten of ongedaan te maken; dringt er tevens bij de Commissie op aan een evaluatie te maken van de situatie met betrekking tot andere la
...[+++]nden waarvan het beschermingsniveau als adequaat is aangemerkt; verlangt van de Commissie dat zij uiterlijk in december 2014 aan het Europees Parlement verslag uitbrengt over haar bevindingen met betrekkingen tot de bovengenoemde landen; 45. invite la Commission et les États membres à déterminer sans tarder si le niveau de protection adéquat assuré par la loi de Nouvelle-Zélande sur la vie p
rivée et par la loi canadienne sur la protection des renseignements
personnels et les documents électroniques, tel que déclaré par les décisions 2013/65/UE du 19 décembre 2012 et 2002/2/CE de la Commission du 20 décembre 2001, a été affecté par la participation des agences nationales de renseignement de ces pays à la surveillance de masse des citoyens de l'Union européenne et, le cas échéant, à prendre les mesures appropri
...[+++]ées pour suspendre ou annuler les décisions relatives à la pertinence de la protection; invite également la Commission à examiner la situation d'autres pays ayant fait l'objet d'une évaluation du caractère adéquat du niveau de protection assuré; attend de la Commission qu'elle rende compte au Parlement de ses observations sur les pays mentionnés plus haut avant décembre 2014; 
