Een veehouder die geen jonge veehouder is en die zijn premierechten benut beneden het minimumpercentage voor het gebruik van de premierechten, vermeld in paragraaf 1, verliest vanaf de volgende campagne het aantal premierechten dat berekend wordt conform het tweede lid, tenzij de veehouder in kwestie een geval van overmacht of uitzonderlijke omstandigheden kan aantonen als oorzaak van de onderbenutting.
Un éleveur qui n'est pas un jeune éleveur et qui use de ses droits à la prime au-dessous du pourcentage minimum pour l'utilisation des droits à la prime, visés au paragraphe 1 , perd le nombre de droits à la prime calculé conformément à l'alinéa deux à partir de la campagne suivante, sauf si l'éleveur en question peut démontrer que la sous-utilisation résulte d'un cas de force majeure ou de circonstances exceptionnelles.