Vertaling van "c-279 93 finanzamt " (Nederlands → Frans) :

Voor de Belgische belastingheffing wordt dit gerealiseerd door uitbreiding te geven aan de, naar aanleiding van het door het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen op 14 februari 1995 in de zaak C-279/93 (Schumacker) gewezen arrest, in de Belgische nationale regelgeving geïntroduceerde grens van 75 %.
Pour l'imposition en Belgique, cette disposition est mise en oeuvre par une extension de la limite de 75 %, introduite dans la législation interne belge à la suite de l'arrêt rendu le 14 février 1995 par la Cour de Justice des Communautés européennes dans l'affaire C-279/93 (Schumacker).

43. Tevens zij eraan herinnerd dat volgens vaste rechtspraak van het Hof het in beginsel de woonstaat is die de belastingplichtige alle aan zijn persoonlijke en gezinssituatie verbonden belastingvoordelen moet toekennen, omdat deze lidstaat, behoudens uitzondering, de persoonlijke draagkracht van deze belastingplichtige het best kan beoordelen aangezien hij daar het centrum van zijn persoonlijke en vermogensrechtelijke belangen heeft (zie met name arresten van 14 februari 1995, Schumacker, C-279/93, Jurispr. blz. I-225, punt 32; 16 mei 2000, Zurstrassen, C-87/99, Jurispr. blz. I-3337, punt 21, en arrest Beker, reeds aangehaald, punt 43).
43. Il convient également de rappeler que, selon une jurisprudence constante de la Cour, c'est, en principe, à l'Etat membre de résidence qu'il incombe d'accorder au contribuable la totalité des avantages fiscaux liés à sa situation personnelle et familiale, cet Etat membre étant, sauf exception, le mieux à même d'apprécier la capacité contributive personnelle dudit contribuable dans la mesure où ce dernier y dispose du centre de ses intérêts personnels et patrimoniaux (voir, notamment, arrêts du 14 février 1995, Schumacker, C-279/93, Rec. p. I-225, point 32; du 16 mai 2000, Zurstrassen, C-87/99, Rec. p. I-3337, point 21, et Beker, précité, point 43).

Als overheid van de Staat van verblijf van beide betrokken belastingplichtigen beschikt de Belgische fiscus bovendien « in het algemeen over de nodige gegevens om [hun] globale draagkracht [.] te kunnen beoordelen » (zie, mutatis mutandis, HvJ, 14 februari 1995, C-279/93, Schumacker, punt 33).
En outre, en tant qu'autorité de l'Etat de résidence des deux contribuables concernés, le fisc belge « dispose généralement de toutes les informations nécessaires pour apprécier [leur] capacité contributive globale » (voy., mutatis mutandis, CJCE, 14 février 1995, C-279/93, Schumacker, point 33).

Overeenkomstig de jurisprudentie van het Hof van Justitie (zaken C-394/96 Brown, C-342/93 Gillespie en C-279/93 Finanzamt Köln-Altstadt v. Schumacker) houdt directe discriminatie in dat verschillende regels op een vergelijkbare situatie dan wel dezelfde regel op verschillende situaties worden toegepast.
Selon la jurisprudence de la Cour de justice (affaires C-394/96 Brown, C-342/93 Gillespie et C-279/93 Finanzamt Köln-Altstadt/Schumacker), la discrimination directe implique l'application de règles différentes à une situation comparable ou l'application de la même règle à des situations différentes .

Gelet op de Beschikking 79/542/EEG van de Raad van 21 december 1976 tot vaststelling van een lijst van derde landen of delen van derde landen, alsmede tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften, gezondheidsvoorschriften en voorschriften inzake de veterinaire certificering voor de invoer in de Gemeenschap van levende dieren en vers vlees daarvan, gewijzigd bij Beschikkingen 79/560/EEG, 84/134/EEG, 85/473/EEG, 85/488/EEG, 85/575/EEG, 86/425/EEG, 89/8/EEG, 90/390/EEG, 90/485/EEG, 91/361/EEG, 92/14/EEG, 92/160/EEG, 92/161/EEG, 92/162/EEG, 92/245/EEG, 92/376/EEG, 93/99/EEG, 93/100/EEG, 93/237/EEG, 93/344/EEG, 93/435/EEG, 94/59/EG, 94/311/EG, 94/453/EG, 94/561/EG, 95/288/EG, 95/322/EG, 95/323/EG, 96/132/EG, 96/279/EG, 96/605/EG, 96/624/EG, 97/10/EG, 97/160/EG, 97/736/EG, 98/146/EG, 98/594/EG, 98/622/EG, 99/228/EG, 99/236/EG, 99/301/EG, 99/417/EG, 99/558/EG, 99/759/EG, 2000/2/EG, 2000/136/EG, 2000/162/EG, 2000/209/EG, 2000/236/EG, 2000/623/EG, 2001/117/EG, 2001/731/EG, 2004/81/EG, 2004/212/EG, 2004/372/EG en 2004/554/EG;
Vu la Décision 79/542/CEE du Conseil du 21 décembre 1976 établissant une liste de pays tiers ou de parties de pays tiers et définissant les conditions de police sanitaire, les conditions sanitaires et la certification vétérinaire requises à l'importation dans la Communauté de certains animaux vivants et des viandes fraîches qui en sont issues, modifié par les Décisions 79/560/CEE, 84/134/CEE, 85/473/CEE, 85/488/CEE, 85/575/CEE, 86/425/CEE, 89/8/CEE, 90/390/CEE, 90/485/CEE, 91/361/CEE, 92/14/CEE, 92/160/CEE, 92/161/CEE, 92/162/CEE, 92/245/CEE, 92/376/CEE, 93/99/CEE, 93/100/CEE, 93/237/CEE, 93/344/CEE, 93/435/CEE, 94/59/CE, 94/311/CE, 94/453/CE, 94/561/CE, 95/288/CE, 95/322/CE, 95/323/CE, 96/132/CE, 96/279/CE, 96/605/CE, 96/624/CE, 97/10/CE, 97/160/CE, 97/736/CE, 98/146/CE, 98/594/CE, 98/622/CE, 99/228/CE, 99/236/CE, 99/301/CE, 99/417/CE, 99/558/CE, 99/759/CE, 2000/2/CE, 2000/136/CE, 2000/162/CE, 2000/209/CE, 2000/236/CE, 2000/623/CE, 2001/117/CE, 2001/731/CE, 2004/81/CE, 2004/212/CE, 2004/372/CE et 2004/554/CE;

De aanbeveling is door het Europees Hof van Justitie in de zaak-Schumacker (C-279/93) grotendeels overgenomen, en de meeste lidstaten hebben sindsdien hun wetgeving dienovereenkomstig aangepast.
La recommandation a largement été suivie par la Cour de justice européenne (CJCE) dans l'affaire Schumacker (C-279/93) et, depuis, la plupart des États membres ont modifié leur législation en conséquence.

– geraadpleegd door de Raad overeenkomstig de artikelen 93, 94, 157, 269, 279 en 308 van het EG-Verdrag (C5-0092/2002),
— vu les articles 93, 94, 157, 269, 279 et 308 du traité CE, conformément auxquels il a été consulté par le Conseil (C5-0092/2002),

BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 26 februari 1996 tot wijziging van Beschikking 79/542/EEG van de Raad en van de Beschikkingen 92/260/EEG, 93/195/EEG, 93/196/EEG en 93/197/EEG (Voor de EER relevante tekst) (96/279/EG)
DÉCISION DE LA COMMISSION du 26 février 1996 modifiant la décision 79/542/CEE du Conseil et les décisions 92/260/CEE, 93/195/CEE, 93/196/CEE et 93/197/CEE (Texte présentant de l'intérêt pour l'EEE) (96/279/CE)

De heer Caluwé deelt mee dat hij zijn wetsvoorstel tot wijziging van artikel 5 van de wet van 27 december 1994 tot goedkeuring van het Verdrag inzake de heffing van rechten voor het gebruik van bepaalde wegen door zware vrachtwagens, ondertekend te Brussel op 9 februari 1994 door de Regeringen van het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden, en tot invoering van een Eurovignet overeenkomstig richtlijn 93/89/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 oktober 1993, wenst in te trekken (3-279/1).
M. Caluwé communique qu'il désire retirer sa proposition de loi modifiant l'article 5 de la loi du 27 décembre 1994 portant assentiment de l'Accord relatif à la perception d'un droit d'usage pour l'utilisation de certaines routes par des véhicules utilitaires lourds, signé à Bruxelles le 9 février 1994, entre les gouvernements de la République fédérale d'Allemagne, du Royaume de Belgique, du Royaume du Danemark, du Grand-Duché de Luxembourg et du Royaume des Pays-Bas et instaurant une eurovignette, conformément à la directive 93/89/CEE du Conseil des Communautés européennes du 25 octobre 1993 (3-279/1).

Wetsvoorstel tot wijziging van artikel 5 van de wet van 27 december 1994 tot goedkeuring van het Verdrag inzake de heffing van rechten voor het gebruik van bepaalde wegen door zware vrachtwagens, ondertekend te Brussel op 9 februari 1994 door de Regeringen van het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden, en tot invoering van een Eurovignet overeenkomstig richtlijn 93/89/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 oktober 1993 (van de heer Ludwig Caluwé; Stuk 3-279/1).
Proposition de loi modifiant l'article 5 de la loi du 27 décembre 1994 portant assentiment de l'Accord relatif à la perception d'un droit d'usage pour l'utilisation de certaines routes par des véhicules utilitaires lourds, signé à Bruxelles le 9 février 1994, entre les gouvernements de la République fédérale d'Allemagne, du Royaume de Belgique, du Royaume du Danemark, du Grand-Duché de Luxembourg et du Royaume des Pays-Bas et instaurant une eurovignette, conformément à la directive 93/89/CEE du Conseil des Communautés européennes du 25 octobre 1993 (de M. Ludwig Caluwé ; Doc. 3-279/1).