Ze vereist in beginsel een uitsluitend gebruik voor bezoldigd personenvervoer. Wanneer evenwel een exploitant van een taxibedrijf zijn voertuigen op bijkomstige maar blijvende wijze (bvb. de dagen van zijn wekelijkse rust) voor privé-doeleinden gebruikt, wordt aangenomen dat de beperking beoogd door artikel 45, § 2, eerste lid, van het BTW-wetboek evenmin van toepassing is, voor zover dit bijkomstig gebruik voor privé-doeleinden het uitsluitend gebruik voor bezoldigd personenvervoer niet in de weg staat.
Toutefois, lorsqu'un exploitant de taxis utilise très accessoirement, mais de manière durable, (p. ex. les jours de son repos hebdomadaire) son véhicule à des fins privées, il est admis que la limitation du droit à déduction prévue à l'article 45, § 2, alinéa 1er, du Code de la TVA, n'est pas applicable audit véhicule, sans pour autant que cette utilisation accessoire pour des fins privées ne remette en cause la destination exclusive du véhicule au transport rémunéré de personnes.