Het betrof een decreet waarbij de minister van Economie en Financiën en de minister van Buuitenlandse Zaken gemachtigd worden om investeringsovereenkomsten te onderhandelen en te paraferen met landen die daartoe een vraag indienen « binnen de grenzen van de regels van het kaderakkoord ..».
Il s'agissait d'un décret habilitant le ministre de l'Économie et des Finances et le ministre des Affaires étrangères à négocier et à parapher des accords sur les investissements avec les pays qui en faisaient la demande « dans les limites des règles de l'accord-cadre ..».