(1) Het Verdrag stelt een burgerschap van de Unie in, dat niet in de plaats komt van het nationale burgerschap, maar dit juist aanvult en uitbreidt door een aantal rechten te erkennen die alle Europese burgers gemeen hebben , en dat bevorderd wordt met inachtneming van het subsidiariteitsbeginsel.
(1) Le traité institue une citoyenneté de l'Union, qui ne remplace pas la citoyenneté nationale, mais, bien au contraire, la complète et l'élargit en reconnaissant un ensemble de droits communs à tous les citoyens européens , et dont la promotion se fait dans le respect de la subsidiarité.