Art. 19. Wanneer het alarm kennelijk niet het gevolg is van een binnendringing of een poging daartoe, kan elke politieambtenaar het buitenlicht of de buitensirene met alle middelen neutraliseren of laten neutraliseren zonder echter in een gebouw dat als woning wordt gebruikt te mogen binnendringen zonder de toestemming van de bewoner of van zijn contactpersoon.
Art. 19. Lorsque l'alarme n'est manifestement pas la conséquence d'une intrusion ou d'une tentative, tout fonctionnaire de police peut neutraliser ou faire neutraliser le signal lumineux extérieur ou la sirène extérieure par tout moyen sans toutefois pouvoir pénétrer dans un immeuble utilisé comme habitation, sans l'accord de l'occupant ou de sa personne de contact.