Vertaling van "buitenlands en veiligheidsbeleid onnodig acht " (Nederlands → Frans) :

11. benadrukt dat de controle op wapenuitvoer een integraal onderdeel vormt van het buitenlands en veiligheidsbeleid van de EU en toegepast moet worden volgens de beginselen die zijn vastgelegd in artikel 21, VEU, met name de bevordering van de democratie en de rechtsstaat, en van vredehandhaving, conflictpreventie en het versterken van de internationale veiligheid; herinnert eraan dat het van cruciaal belang is voor samenhang te zorgen tussen wapenuitvoer en de geloofwaardigheid van de EU als wereldwijd pleitbezorger van de mensenrechten; is er ten stelligste van overtuigd dat een effectievere tenuitvoerlegging van de acht criteria van het gemeenschappelijk standpunt een grote bijdrage zou leveren aan de ontwikkeling van zowel het GBVB als het GVDB; dringt erop aan dat de kwestie van wapenuitvoer binnen de nieuwe globale EU-strategie voor het buitenlands en veiligheidsbeleid naar behoren onderzocht wordt in het licht van de gewijzigde veiligheidscontext en de daarmee samenhangende gevaren en bedreigingen ten aanzien van de Europese veiligheidsbelangen;
11. souligne que le contrôle des exportations d'armements fait partie intégrante de la politique étrangère et de sécurité de l'Union et qu'il doit reposer sur les principes inscrits à l'article 21 du traité UE, notamment la promotion de la démocratie et de l'état de droit, la préservation de la paix, la prévention des conflits et le renforcement de la sécurité internationale; rappelle qu'il est fondamental de veiller à la cohérence entre les exportations d'armements et la crédibilité de l'Union dans son rôle de défenseur mondial des droits de l'homme; est profondément convaincu qu'une mise en œuvre plus efficace des huit critères de la position commune ferait progresser de manière significative la PESC comme la PSDC; demande que la nouvelle stratégie globale de l'Union sur la politique étrangère et de sécurité prenne dûment en considération la question des exportations d'armements à la lumière de la nouvelle donne en matière de sécurité ainsi que des risques et des menaces envers les intérêts en matière de sécurité de l'Union qui y sont associés;

De minister legt uit dat België gehecht is aan de politieke finaliteit die het in het Verdrag van Europese Unie besloten acht, namelijk dat het Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid moet versterkt worden ook in de richting van een Gemeenschappelijke Defensiepolitiek die op termijn moet kunnen uitmonden in een Europese defensie.
Le ministre répond que la Belgique est attachée à la finalité politique que renferme, d'après elle, le Traité sur l'Union européenne, à savoir que la politique extérieure et de sécurité commune doit être renforcée, y compris dans le sens d'une politique de défense commune qui doit pouvoir déboucher à terme sur une défense européenne.

7. merkt evenwel op dat parallel aan de oprichting van de EDEO, de verwezenlijking van volledige samenhang en doelmatigheid van het gemeenschappelijk EU-beleid in de eerste plaats de politieke wil van de EU-lidstaten vereist om hun uiteenlopende opvattingen over belangrijke kwesties op het gebied van buitenlands beleid met elkaar in overeenstemming te brengen; acht het in dit verband van essentieel belang dat de EU-lidstaten niet alleen overeenstemming bereiken over een gemeenschappelijke strategie voor buitenlands en veiligheidsbeleid, maar er tevens voor zorgen dat hun nationale beleidsbeslissingen EU-standpunten ondersteunen;
7. fait toutefois observer que, parallèlement à la mise en place du SEAE, la cohérence totale et l'efficacité de la politique commune de l'Union nécessiteront, avant toute autre chose, la volonté politique des États membres de l'Union de surmonter leurs conceptions divergentes des grandes questions de politique étrangère; juge indispensable, à cet égard, non seulement que les États membres conviennent d'une stratégie commune en matière de politique étrangère et de sécurité, mais aussi qu'ils veillent à ce que les politiques nationales confortent les positions de l'Union;

Met betrekking tot de inhoud van het debat en de opname van de versterkte samenwerking in de tweede pijler heeft het informeel overleg aangetoond dat de meerderheid deze samenwerkingsvorm in het kader van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid onnodig acht. Nochtans verklaart men zich bereid de mogelijkheid te overwegen dit instrument aan te wenden op het gebied van het veiligheids- en defensiebeleid.
Pour parler du fond du débat et de l'introduction des coopérations renforcées au sein du deuxième pilier, le débat informel a montré que la majorité pense qu'il n'est pas nécessaire de l'introduire dans la politique extérieure et de sécurité commune, tout en admettant cependant qu'on pourrait l'utiliser dans le cadre de la sécurité et de la défense.

Nauwere samenwerking op het gebied van het GBVB heeft tot doel de waarden van de Unie veilig te stellen en de belangen van de Unie in haar geheel te dienen. Bij deze samenwerking moeten met name de beginselen, de doelstellingen, de algemene richtsnoeren en de samenhang van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid in acht worden genomen, alsmede de bevoegdheden van de Europese Gemeenschappen en de samenhang tussen het algehele beleid van de Unie en haar externe optreden.
Une coopération renforcée dans le domaine de la PESC a pour but de sauvegarder les valeurs et de servir les intérêts de l'Union dans son ensemble, elle respecte notamment les principes, objectifs, orientations générales et la cohérence de la PESC, les compétences des Communautés européennes et la cohérence entre l'ensemble des politiques de l'Union et son action extérieure.

Bij het Verdrag van Nice zijn de mogelijkheden voor het aangaan van nauwere samenwerking verruimd: het vetorecht van de lidstaten inzake de instelling van een nauwere samenwerking is afgeschaft (behalve voor het buitenlands beleid), het minimum aantal lidstaten dat vereist is voor het in gang zetten van de procedure is van een meerderheid teruggebracht tot het vaste aantal van acht en het toepassingsgebied is uitgebreid tot het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB).
Le traité de Nice a rendu plus facile l'instauration d'une coopération renforcée : le droit de veto sur l'instauration d'une coopération renforcée dont disposaient les États membres a disparu (à l'exception de la politique étrangère), le nombre d'États membres requis pour le déclenchement de la procédure est passé de de la majorité au nombre fixe de huit Etats membres et le champ d'application a été étendu à la politique étrangère et de sécurité commune (PESC).

In 1995 werd een commissie op het niveau van de Algemene directie van de Politiek van het ministerie van Buitenlandse Zaken ingesteld die de aanvragen voor een uit- of doorvoervergunning van militair materieel evalueert aan de hand van een aantal criteria met name deze die zijn opgenomen in artikel 4 van de wet van 5 augustus 1991 als de acht criteria die in het kader van het Europees Buitenlands- en Veiligheidsbeleid werden uitgewerkt.
C'est en 1995 que fut institué une commission au sein de la direction générale de la Politique du ministère des Affaires étrangères, chargée de l'évaluation des demandes de licences d'exportation ou de transit de matériel militaire en fonction d'une série de critères. Notamment ceux repris à l'article 4 de la loi du 5 août 1991 ainsi que les huit critères définis à la lumière de la Politique étrangère et de Sécurité commune.