Vertaling van "buitenlands en veiligheidsbeleid een optimale samenhang bestaat " (Nederlands → Frans) :

25. roept de Commissie op het wereldwijd bondgenootschap tegen klimaatverandering te gebruiken voor het ondersteunen en versterken van de capaciteiten van de partnerlanden voor het in kaart brengen, beheersen en mitigeren van veiligheidsrisico's ten gevolge van klimaatverandering en moedigt de Commissie aan om hiertoe extra middelen aan toe te wijzen; roept de Commissie voorts op ervoor te zorgen dat haar directoraat-generaal Externe betrekkingen volledig bij het hele programmerings- en implementatieproces van het wereldwijd bondgenootschap tegen klimaatverandering wordt betrokken, teneinde ervoor te zorgen dat tussen ontwikkelingssamenwerkings-, klimaatveranderings- en buitenlands en veiligheidsbeleid een optimale samenhang bestaat;
25. demande à la Commission d'utiliser l'AMCC pour soutenir et renforcer la capacité des pays partenaires à identifier, contrôler et atténuer les menaces sur la sécurité que pose le changement climatique et encourage la Commission à consacrer des fonds supplémentaires à cet effet; invite en outre la Commission à veiller à ce que sa direction générale des relations extérieures participe pleinement aux phases de programmation et de mise en œuvre de l'AMCC, afin de mettre en place une cohérence optimale entre les politiques en matière de coopération au développement et de changement climatique d'une part, et la politique étrangère et la politique de sécurité, d'autre part;

25. roept de Commissie op het wereldwijd bondgenootschap tegen klimaatverandering te gebruiken voor het ondersteunen en versterken van de capaciteiten van de partnerlanden voor het in kaart brengen, beheersen en mitigeren van veiligheidsrisico’s in verband met klimaatverandering en moedigt de Commissie aan om hier extra middelen aan toe te wijzen; roept de Commissie voorts op ervoor te zorgen dat het directoraat-generaal Externe betrekkingen volledig bij het programmerings- en implementatieproces van het wereldwijd bondgenootschap tegen klimaatverandering wordt betrokken, teneinde ervoor te zorgen dat tussen ontwikkelingssamenwerkings-, klimaatveranderings- en buitenlands en veiligheidsbeleid een optimale samenhang bestaat;
25. demande à la Commission d'utiliser l'Alliance pour soutenir et renforcer la capacité des pays partenaires à identifier, contrôler et atténuer les menaces sur la sécurité que pose le changement climatique et encourage la Commission à consacrer des fonds supplémentaires à cet effet; invite également la Commission à veiller à ce que sa direction générale des relations extérieures participe pleinement aux phases de programmation et de mise en œuvre de l'Alliance, afin de mettre en place une cohérence optimale entre les politiques en matière de coopération au développement et de changement climatique et la politique étrangère et de sécurité;

11. benadrukt dat de controle op wapenuitvoer een integraal onderdeel vormt van het buitenlands en veiligheidsbeleid van de EU en toegepast moet worden volgens de beginselen die zijn vastgelegd in artikel 21, VEU, met name de bevordering van de democratie en de rechtsstaat, en van vredehandhaving, conflictpreventie en het versterken van de internationale veiligheid; herinnert eraan dat het van cruciaal belang is voor samenhang te zorgen tussen wapenuitvoer en de geloofwaardigheid van de EU als wereldwijd pleitbezorger van de mensenrechten; is er ten stelligste van overtuigd dat een effectievere tenuitvoerlegging van de acht criteria van het gemeenschappelijk standpunt een grote bijdrage zou leveren aan de ontwikkeling van zowel het GBVB als het GVDB; dringt erop aan dat de kwestie van wapenuitvoer binnen de nieuwe globale EU-strategie voor het buitenlands en veiligheidsbeleid naar behoren onderzocht wordt in het licht van de gewijzigde veiligheidscontext en de daarmee samenhangende gevaren en bedreigingen ten aanzien van de Europese veiligheidsbelangen;
11. souligne que le contrôle des exportations d'armements fait partie intégrante de la politique étrangère et de sécurité de l'Union et qu'il doit reposer sur les principes inscrits à l'article 21 du traité UE, notamment la promotion de la démocratie et de l'état de droit, la préservation de la paix, la prévention des conflits et le renforcement de la sécurité internationale; rappelle qu'il est fondamental de veiller à la cohérence entre les exportations d'armements et la crédibilité de l'Union dans son rôle de défenseur mondial des droits de l'homme; est profondément convaincu qu'une mise en œuvre plus efficace des huit critères de la position commune ferait progresser de manière significative la PESC comme la PSDC; demande que la nouvelle stratégie globale de l'Union sur la politique étrangère et de sécurité prenne dûment en considération la question des exportations d'armements à la lumière de la nouvelle donne en matière de sécurité ainsi que des risques et des menaces envers les intérêts en matière de sécurité de l'Union qui y sont associés;

Er bestaat alleen een consensus over het omschrijven van de op te lossen kernproblemen, namelijk de oprichting van een informatie- en analysecel voor het buitenlands en veiligheidsbeleid, de besluitvormingsprocedure voor het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid en de uitvoering van die besluiten.
Le consensus se limite à la définition des problèmes essentiels à résoudre, à savoir : la création d'une cellule d'information et d'analyse en matière de politique étrangère et de sécurité, les modalités de décision de la P.E.S.C. et la mise en oeuvre de ces décisions.

­ de beginselen, de doelstellingen, de algemene richtsnoeren en de samenhang van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid, alsmede de in het kader van dat beleid genomen besluiten;
­ les principes, les objectifs, les orientations générales et la cohérence de la politique étrangère et de sécurité commune ainsi que les décisions prises dans le cadre de cette politique;

Hoewel de recente evolutie in de Britse houding terzake de heer De Decker optimistisch stemt, vreest de heer Hostekint dat er binnen de EU geen echte politieke wil bestaat om een gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB) uit te bouwen in samenwerking met de WEU.
Bien que la récente évolution dans l'attitude britannique rende M. De Decker optimiste à cet égard, M. Hostekint craint qu'il n'y ait pas, au sein de l'Union européenne, de véritable volonté politique de développer une politique étrangère et de sécurité commune (PESC) en partenariat avec l'UE.

G. wijst er nogmaals op dat de Europese Unie, als lid van het Kwartet (dat voorts bestaat uit de Verenigde Naties, de Verenigde Staten en de Russische Federatie), een bijzondere verantwoordelijkheid draagt voor vrede en veiligheid in het Midden-Oosten, een buurregio van Europa, en dat bijgevolg werk moet worden gemaakt van een verbetering van de instrumenten en methodes tot coördinatie van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB), op grond van de artikelen 15 en 16 van het Verdrag betreffende de Europese Unie;
G. considérant que l'Union européenne, en tant que membre du Quartet — qui comprend aussi les Nations unies, les États-Unis et la Fédération de Russie —, est investie d'une responsabilité particulière en ce qui concerne la paix et la sécurité au Proche-Orient, une région voisine de l'Europe, et qu'il y a donc lieu d'améliorer les instruments et les méthodes de coordination de la politique étrangère et de sécurité commune (PESC), en se fondant sur les articles 15 et 16 du traité sur l'Union européenne;

7. merkt evenwel op dat parallel aan de oprichting van de EDEO, de verwezenlijking van volledige samenhang en doelmatigheid van het gemeenschappelijk EU-beleid in de eerste plaats de politieke wil van de EU-lidstaten vereist om hun uiteenlopende opvattingen over belangrijke kwesties op het gebied van buitenlands beleid met elkaar in overeenstemming te brengen; acht het in dit verband van essentieel belang dat de EU-lidstaten niet alleen overeenstemming bereiken over een gemeenschappelijke strategie voor buitenlands en veiligheidsbeleid, maar er tevens voor zorgen dat hun nationale beleidsbeslissingen EU-standpunten ondersteunen;
7. fait toutefois observer que, parallèlement à la mise en place du SEAE, la cohérence totale et l'efficacité de la politique commune de l'Union nécessiteront, avant toute autre chose, la volonté politique des États membres de l'Union de surmonter leurs conceptions divergentes des grandes questions de politique étrangère; juge indispensable, à cet égard, non seulement que les États membres conviennent d'une stratégie commune en matière de politique étrangère et de sécurité, mais aussi qu'ils veillent à ce que les politiques nationales confortent les positions de l'Union;