De bepalingen die toepasselijk zijn op de ambtenaren van de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking met dienst in het buitenland zeggen weliswaar alleen dat de ambtenaren tijdens hun gewone vakantie, ter vervanging van hun postvergoeding, een bijzondere vergoeding ontvangen waarvan de berekening nader bepaald wordt bij artikel 14 van het koninklijk besluit van 15 juli 1920 zoals gewijzigd bij het koninklijk besluit van 23 juni 1972, maar geen van die bepalingen stelt dat de bijzondere vergoeding ter vervanging van het vakantiegeld zou worden toegekend.
Si les dispositions applicables aux agents du SPF Affaires étrangères, Commerce extérieur et Coopération au Développement en service à l'étranger prévoient uniquement que, durant leur congé normal, les agents reçoivent, en remplacement de leur indemnité de poste, une indemnité spéciale dont le calcul est précisé à l'article 14 de l'arrêté royal du 15 juillet 1920, tel que modifié par l'arrêté royal du 23 juin 1972, il n'en reste pas moins qu'aucune de ces dispositions ne prévoit que l'indemnité spéciale remplacerait le pécule de vacances.