« Is het, in de zin van art. 10 en 11 van de Grondwet, discriminerend om in toepassing van art. 488bis van het Burgerlijk Wetboek, maximum 3 % vergoeding, al dan niet arbitrair verhoogd met een vergoeding van buitengewone ambtsverrichtingen, toe te kennen, terwijl o.m. bij het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 en bij het koninklijk besluit van 18 december 1998 aan andere gerechtelijke mandatarissen voor gelijkwaardige prestaties veel hogere vergoedingen toegekend worden ?
« Est-il discriminatoire, au sens des articles 10 et 11 de la Constitution, d'allouer, en application de l'article 488bis du Code civil, une rémunération de 3 p.c au maximum, majorée ou non de manière arbitraire d'une rémunération pour devoirs exceptionnels, alors que des indemnités beaucoup plus élevées sont octroyées à d'autres mandataires judiciaires pour des prestations équivalentes, entre autres, par l'arrêté royal du 10 août 1998 et par l'arrêté royal du 18 décembre 1998 ?