Traduction de «brussel waarin verslag » (Néerlandais → Français) :

­ Telex nr. 1057 van 22 oktober 1993 van Ambabel Kigali aan Minafet Brussel waarin verslag wordt uitgebracht van een incident waarbij een bus met Belgische schoolkinderen met stenen wordt bekogeld.
­ Le télex nº 1057 du 22 octobre 1993 d'Ambabel Kigali à Minafet Bruxelles, dans lequel l'on rapporte un incident au cours duquel un bus d'écoliers belges a été bombardé de pierres.

­ Telex van 17 februari 1994 van Ambabel Kigali aan Minafet Brussel waarin verslag wordt uitgebracht over de informele ontmoeting die de ambassadeur had met president Habyarimana in aanwezigheid van o.m. de Rwandese minister van Defensie, kolonel Sagatwa, kolonel Marchal, luitenant-kolonel Leroy en kolonel Vincent van de MTS-CTM.
­ Le télex du 17 février 1994 d'Ambabel Kigali à Minafet Bruxelles, qui fait rapport de la rencontre informelle qui a eu lieu entre l'ambassadeur et le président Habyarimana en présence notamment du ministre de la Défense rwandais, du colonel Sagatwas, du colonel Marchal, du lieutenant-colonel Leroy et du colonel Vincent de la CTM-MTS.

­ Telex nr. 1180 van 25 november 1993 van Ambabel Kigali aan Minafet Brussel waarin verslag wordt uitgebracht over het onderhoud dat de ambassadeur op zijn vraag had met de minister van voorlichting Rucogaza betreffende de aanhoudende anti-Belgische berichtgeving zowel in de zogenaamde onafhankelijke, als in de officiële pers. De minister noemt zich de machteloze speelbal van een obscure minderheid die de Belgische UNAMIR-operatie negatief uitspeelt tegen de letter en de geest van de akkoorden van Arusha.
­ Le télex nº 1180 du 25 novembre 1993 d'Ambabel Kigali à Minafet Bruxelles. Ce télex rend compte de l'entretien que l'ambassadeur a eu, à sa demande, avec le ministre de l'Information Rucogaza au sujet de la persistance de communiqués anti-belges dans la presse dite indépendante comme dans la presse officielle. Le ministre a déclaré qu'il était le jouet impuissant d'une minorité obscure qui place le rôle de la Belgique dans l'opération Minuar sous un éclairage négatif et viole ainsi l'esprit et la lettre des accords d'Arusha.

­ Telexen nrs. 1087 en 1098 van 28 oktober en 1 november 1993 van Ambabel Kigali aan Minafet Brussel waarin verslag wordt uitgebracht over een tweede anti-Belgisch incident, met name met een Boeing van Sabena.
­ Les télex nº 1087 et 1098 du 28 octobre et du 1 novembre 1993 d'Amabel Kigali à Minafet Bruxelles, dans lesquels l'on rapporte un deuxième incident anti-belge, relatif à un boeing de la Sabena.

­ Telex nr. 63 van 20 januari 1994 van Ambabel Kigali aan Minafet Brussel waarin verslag wordt uitgebracht dat het hoofd van de MTS-CTM achtereenvolgens had met de stafchefs van de Rwandese rijkswacht en van het leger.
­ Le télex nº 63 du 20 janvier 1994 d'Ambabel Kigali à Minafet Bruxelles, dans lequel rapport est fait des entretiens que le chef de la CTM-MTS a eus successivement avec les chefs d'état-major de la gendarmerie et de l'armée rwandaises.

– gezien de conclusies over BiH van de Raad Buitenlandse Zaken van 15 december 2014 in Brussel, waarin een vernieuwde EU-aanpak ten aanzien van BiH werd vastgelegd, de conclusies over BiH van de Raad Algemene Zaken van 16 december 2014 in Brussel, de mededeling van de Commissie van 10 november 2015, getiteld "De uitbreidingsstrategie van de EU" (COM(2015)0611) (vergezeld van het werkdocument van de diensten van de Commissie, getiteld "Verslag 2015 over Bosnië en Herzegovina" (SWD(2015)0214)), alsmede het indicatieve strategiedocument over Bosnië en Herzegovina (2014-2017), dat op 15 december 2014 werd goedgekeurd,
– vu les conclusions sur la Bosnie-Herzégovine du Conseil "Affaires étrangères" réuni à Bruxelles le 15 décembre 2014, qui ont établi une approche renouvelée de l'Union européenne à l'égard de la Bosnie-Herzégovine, vu les conclusions sur la Bosnie-Herzégovine du Conseil "Affaires générales" réuni à Bruxelles le 16 décembre 2014, vu la communication de la Commission du 10 novembre 2015 intitulée "La stratégie d'élargissement de l'UE" (COM(2015) 611), ainsi que le document de travail des services de la Commission intitulé "Bosnia and Herzegovina 2015 Report" qui l'accompagne (SWD(2015) 214) et le document de stratégie indicatif sur la Bosnie-Herzégovine (2014-2017) adopté le 15 décembre 2014,

69. wijst erop dat er in 2010 33 200 dienstreizen hebben plaatsgevonden (in totaal 98 629 dienstreisdagen), en dat het in de overgrote meerderheid van de gevallen ging om verplaatsingen tussen de drie vestigingsplaatsen van het Parlement; herhaalt dat onnodige reizen tussen de drie vestigingsplaatsen en de daaraan verbonden kosten moeten worden vermeden, en dat hiervoor moet worden teruggegrepen op strengere en stelselmatiger toegepaste regels inzake de overlegging van bewijsstukken, en op betere controles; verzoekt de secretaris-generaal in zijn verslag - als onderdeel van de kwijtingsprocedure - inzicht te verschaffen in besparingen die door middel van een verdere rationalisering worden verwezenlijkt en informatie te verstrekken over verdere genomen of geplande initiatieven die de vermindering van het aantal dienstreizen beogen; is voorts van mening dat commissievergaderingen over het algemeen niet in Straatsburg dienen plaats te vinden, met uitzondering van vergaderingen (van commissies) waarvan de agenda rechtstreeks verband houdt met de verslagen of debatten op de agenda van de vergaderperiode van die week; spoort de Rekenkamer aan om de bestaande procedures voor dienstreizen nader te analyseren en met aanbevelingen te komen om de efficiëntie ervan te verbeteren; dringt er meer in het bijzonder bij de secretaris-generaal op aan de buiten Brussel gevestigde posten te evalueren, met name ten aanzien van personeelsleden die veel dienstreizen naar Brussel maken, teneinde na te gaan of zij moeten worden verplaatst; suggereert dat het wellicht nodig is de overeenkomst met de Luxemburgse autoriteiten te herzien, waarin het aantal personeelsleden van het Parlement in Luxemburg is vastgelegd zonder dat hierbij rekening is gehouden met de veranderende behoeften van het Parlement;
69. observe qu'en 2010, 33 200 missions (déplacements officiels) ont eu lieu, représentant un total de 98 629 jours de mission, la plupart impliquant un déplacement entre les trois lieux de travail du Parlement; rappelle la nécessité d'éviter les missions superflues entre les trois lieux de travail et le coût qu'elles entraînent en requérant des justifications plus systématiques et documentées, ainsi qu'en les contrôlant mieux; demande au Secrétaire général de rendre compte, dans le cadre de la procédure de décharge, de toute économie réalisée grâce au renforcement de la rationalisation et d'autres initiatives prises ou en préparation entraînant une réduction du nombre de missions; estime en outre qu'en règle générale, aucune réunion de commission ne devrait avoir lieu à Strasbourg, à l'exception des réunions des commissions dont l'ordre du jour est directement lié aux rapports ou aux discussions à l'ordre du jour de la période de session en question; encourage la Cour des comptes à poursuivre l'analyse des procédures actuelles relatives aux missions et à formuler des recommandations pour en améliorer l'efficacité; demande au Secrétaire général de réexaminer spécifiquement les postes basés en dehors de Bruxelles, en particulier en ce qui concerne le personnel qui effectue des missions répétées à Bruxelles, afin de déterminer si lesdits postes doivent être relocalisés; suggère que l'accord conclu avec les autorités du Luxembourg, qui fixe le nombre de membres du personnel du Parlement basés à Luxembourg sans considération de l'évolution des besoins du Parlement, pourrait devoir être révisé;

70. wijst erop dat er in 2010 33 200 dienstreizen hebben plaatsgevonden (in totaal 98 629 dienstreisdagen), en dat het in de overgrote meerderheid van de gevallen ging om verplaatsingen tussen de drie vestigingsplaatsen van het Parlement; herhaalt dat onnodige reizen tussen de drie vestigingsplaatsen en de daaraan verbonden kosten moeten worden vermeden, en dat hiervoor moet worden teruggegrepen op strengere en stelselmatiger toegepaste regels inzake de overlegging van bewijsstukken, en op betere controles; verzoekt de secretaris-generaal in zijn verslag - als onderdeel van de kwijtingsprocedure - inzicht te verschaffen in besparingen die door middel van een verdere rationalisering worden verwezenlijkt en informatie te verstrekken over verdere genomen of geplande initiatieven die de vermindering van het aantal dienstreizen beogen; is voorts van mening dat commissievergaderingen over het algemeen niet in Straatsburg dienen plaats te vinden, met uitzondering van vergaderingen (van commissies) waarvan de agenda rechtstreeks verband houdt met de verslagen of debatten op de agenda van de vergaderperiode van die week; spoort de Rekenkamer aan om de bestaande procedures voor dienstreizen nader te analyseren en met aanbevelingen te komen om de efficiëntie ervan te verbeteren; dringt er meer in het bijzonder bij de secretaris-generaal op aan de buiten Brussel gevestigde posten te evalueren, met name ten aanzien van personeelsleden die veel dienstreizen naar Brussel maken, teneinde na te gaan of zij moeten worden verplaatst; suggereert dat het wellicht nodig is de overeenkomst met de Luxemburgse autoriteiten te herzien, waarin het aantal personeelsleden van het Parlement in Luxemburg is vastgelegd zonder dat hierbij rekening is gehouden met de veranderende behoeften van het Parlement;
70. observe qu'en 2010, 33 200 missions (déplacements officiels) ont eu lieu, représentant un total de 98 629 jours de mission, la plupart impliquant un déplacement entre les trois lieux de travail du Parlement; rappelle la nécessité d'éviter les missions superflues entre les trois lieux de travail et le coût qu'elles entraînent en requérant des justifications plus systématiques et documentées, ainsi qu'en les contrôlant mieux; demande au Secrétaire général de rendre compte, dans le cadre de la procédure de décharge, de toute économie réalisée grâce au renforcement de la rationalisation et d'autres initiatives prises ou en préparation entraînant une réduction du nombre de missions; estime en outre qu'en règle générale, aucune réunion de commission ne devrait avoir lieu à Strasbourg, à l'exception des réunions des commissions dont l'ordre du jour est directement lié aux rapports ou aux discussions à l'ordre du jour de la période de session en question; encourage la Cour des comptes à poursuivre l'analyse des procédures actuelles relatives aux missions et à formuler des recommandations pour en améliorer l'efficacité; demande au Secrétaire général de réexaminer spécifiquement les postes basés en dehors de Bruxelles, en particulier en ce qui concerne le personnel qui effectue des missions répétées à Bruxelles, afin de déterminer si lesdits postes doivent être relocalisés; suggère que l'accord conclu avec les autorités du Luxembourg, qui fixe le nombre de membres du personnel du Parlement basés à Luxembourg sans considération de l'évolution des besoins du Parlement, pourrait devoir être révisé;

(1) De Europese Raad van Brussel van 15 en 16 december 2006 heeft een aantal conclusies vastgesteld betreffende het stelsel van eigen middelen van de Gemeenschappen, die hebben geleid tot de vaststelling van Besluit 2007/436/EG, Euratom; tevens verzocht hij de Commissie een volledige, alomvattende en brede evaluatie te verrichten, waarin alle aspecten van de EU-inkomsten en -uitgaven aan bod komen, en daarover in 2008/2009 verslag uit te brengen.
(1) Le Conseil européen réuni à Bruxelles les 15 et 16 décembre 2005 a émis un ensemble de conclusions concernant le système des ressources propres des Communautés qui ont abouti à l'adoption de la décision 2007/436/CE, Euratom; de plus, il a invité la Commission à effectuer une analyse complète et approfondie de tous les aspects des dépenses et des ressources de l'UE et à lui faire rapport en 2008/2009.

40. verzoekt zijn Bureau de relevante commissie te raadplegen alvorens verdere besluiten te nemen over de geplande nieuwe projecten in Brussel, Luxemburg en Straatsburg; verzoekt zijn secretaris-generaal uiterlijk 1 juni 2004 een verslag in te leveren waarin de functionele redenen worden uiteengezet voor de omvangrijke nieuwe bouwprojecten, alsmede mogelijke alternatieven daarvoor, met de respectievelijke financiële implicaties;
40. invite le Bureau à consulter la commission compétente avant de prendre des décisions sur les projets nouveaux envisagés à Bruxelles, à Luxembourg et à Strasbourg; demande au Secrétaire général de présenter avant le 1er juin 2004 un rapport exposant les justifications fonctionnelles des nouveaux projets immobiliers importants et, le cas échéant, les solutions de remplacement, avec les incidences financières;