Bovendien kunnen de bevoegde instanties van de ontvangende lidstaat in de in artikel 5, lid 1, onder b) bedoelde gevallen het in artikel 53 bedoelde contactpunt van de lidstaat van vestiging verzoeken om een bewijs dat de dienstverrichter de betrokken werkzaamheden gedurende ten minste twee jaar in de lidstaat van vestiging heeft uitgeoefend. Dit bewijs kan op elke gewenste wijze worden geleverd.
En outre, dans les cas visés à l’article 5, paragraphe 1, point b), les autorités compétentes de l’État membre d’accueil peuvent demander au point de contact de l’État membre d’établissement, visé à l’article 53, la preuve que le prestataire a exercé les activités en cause pendant au moins deux années dans l’État membre d’établissement.