Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «blz i-11221 geoordeeld » (Néerlandais → Français) :

1994, blz. 625) heeft geoordeeld dat vorderingen uitgaande van een ex-echtgenoot met betrekking tot de bewoning van de hoofdwoning van het gezin tijdens het huwelijk, alsook de verkrijging van onderhoudsgeld eng verbonden zijn met de persoonlijke relatie van de echtgenoten, waarvan zij een overblijfsel zijn, en dat zij derhalve moeten worden geregeld door de wet die het persoonlijk statuut van de ex-echtgenoten beheerst.

Cass. 1994, p. 625) a considéré que des demandes émanant d'un ex-époux concernant l'occupation du logement principal de la famille pendant le mariage ainsi que l'obtention d'une pension alimentaire sont « étroitement liées aux relations personnelles des époux, dont elles apparaissent comme une survivance », et relèvent donc de la loi régissant « le statut personnel des ex-conjoints ».


1994, blz. 625) heeft geoordeeld dat vorderingen uitgaande van een ex-echtgenoot met betrekking tot de bewoning van de hoofdwoning van het gezin tijdens het huwelijk, alsook de verkrijging van onderhoudsgeld eng verbonden zijn met de persoonlijke relatie van de echtgenoten, waarvan zij een overblijfsel zijn, en dat zij derhalve moeten worden geregeld door de wet die het persoonlijk statuut van de ex-echtgenoten beheerst.

Cass. 1994, p. 625) a considéré que des demandes émanant d'un ex-époux concernant l'occupation du logement principal de la famille pendant le mariage ainsi que l'obtention d'une pension alimentaire sont « étroitement liées aux relations personnelles des époux, dont elles apparaissent comme une survivance », et relèvent donc de la loi régissant « le statut personnel des ex-conjoints ».


Er zij aan herinnerd, dat het Hof heeft geoordeeld dat richtlijn 80/68 ' bepaalt dat op basis van de resultaten van het onderzoek steeds een uitdrukkelijke administratieve handeling - een verbod of een vergunning - moet worden vastgesteld ' (arrest van 28 februari 1991, Commissie/Duitsland, C-131/88, Jurispr. blz. I-825, punt 38).

A cet égard, il convient de rappeler que la Cour a jugé, à propos de la directive 80/68, que celle-ci ' exige toujours qu'après chaque enquête et au vu de ses résultats un acte exprès, d'interdiction ou d'autorisation, soit pris ' (arrêt du 28 février 1991, Commission/Allemagne, C-131/88, Rec. p. I-825, point 38).


Het Hof van Cassatie van zijn kant heeft geoordeeld dat een rondzendbrief over de btw die een koninklijk besluit aanvult, waarvan de bepalingen een normatief karakter hebben, onwettelijk is. Een dergelijke rondzendbrief heeft immers een regelgevende draagwijdte en de minister is dus verplicht, behoudens urgentie, hem voor advies aan de afdeling wetgeving van de Raad van State voor te leggen (Cass., 4 oktober 2012, C.11.0620.F, Fiscoloog nr. 1317, blz. 6).

De son côté, la Cour de cassation a estimé illégale une circulaire en matière de TVA, qui complète un arrêté royal, dont les dispositions ont un caractère normatif, semblable circulaire ayant une portée réglementaire et le ministre étant, dès lors, tenu, hors les cas d'urgence, de la soumettre à l'avis de la section de législation du Conseil d'État (Cass., 4 octobre 2012, C.11.0620.F, Le Fiscologue n° 1317, p. 6).


Hoewel het EURATOM-VERDRAG geen expliciete rechtsgrondslag voor nucleaire veiligheid bevat, heeft het Hof van Justitie in een aantal gevallen (zaak 187/87 Saarland et al. [1988] Jurisprudentie 5013, zaak C-70/88, Parlement vs. Raad [1991] Jurisprudentie blz. I-4529 en zaak C-29/99, Parlement vs. Raad [2002], Jurisprudentie blz. I-11221) geoordeeld dat het ter bepaling van de bevoegdheden van de Gemeenschap niet dienstig is om een kunstmatig onderscheid te maken tussen de bescherming van de gezondheid van de bevolking en de veiligheid van bronnen van ioniserende straling, en dat de Gemeenschap derhalve over wetgevingsbevoegdheid beschikt ...[+++]

Certes, le traité EURATOM ne contient aucune base juridique explicite en matière de sûreté nucléaire, mais la Cour de justice a jugé, dans une série d'affaires (affaire 187/87 Saarland et autres [1988] recueil 5013; affaire C-70/88 Parlement contre Conseil [1991] recueil I-4529 et affaire C-29/99 Parlement contre Conseil [2002] recueil I-11221), qu'il ne convient pas d'opérer, pour délimiter les compétences de la Communauté en matière de sûreté nucléaire, une distinction artificielle entre la protection sanitaire de la population et la sûreté des sources de radiations ionisantes, et que par conséquent, la Communauté dispose d'une compét ...[+++]


Het Hof van Cassatie heeft immers geoordeeld dat het morele bestanddeel van de misdrijven bepaald bij de artikelen 322 en volgende bestaat in de bewuste wil lid te zijn van een bende van boosdoeners (Cass., 4 december 1984, Pas., 1985, blz. 415; Cass., 30 januari 1991, Pas., blz. 518).

La Cour de cassation a précisé que « l'élément moral constitutif des infractions prévues aux articles 322 et suivants consiste dans la volonté délibérée d'être membre d'une association de malfaiteurs » (Cass., 4 décembre 1984, Pas., 1985, p. 415; Cass., 30 janvier 1991, Pas., p. 518).


Het Hof van Cassatie heeft immers geoordeeld dat het morele bestanddeel van de misdrijven bepaald bij de artikelen 322 en volgende bestaat in de bewuste wil lid te zijn van een bende van boosdoeners (Cass., 4 december 1984, Pas., 1985, blz. 415; Cass., 30 januari 1991, Pas., blz. 518).

La Cour de cassation a précisé que « l'élément moral constitutif des infractions prévues aux articles 322 et suivants consiste dans la volonté délibérée d'être membre d'une association de malfaiteurs » (Cass., 4 décembre 1984, Pas., 1985, p. 415; Cass., 30 janvier 1991, Pas., p. 518).


39 Bovendien heeft het Hof geoordeeld dat de bepalingen van deze overeenkomst geen rechtstreekse werking hebben en voor particulieren geen rechten in het leven kunnen roepen waarop deze zich krachtens het gemeenschapsrecht voor de rechter rechtstreeks kunnen beroepen (zie in die zin arresten van 23 november 1999, Portugal/Raad, C‑149/96, Jurispr. blz. I‑8395, punten 42‑48; 14 december 2000, Dior e.a., C‑300/98 en C‑392/98, Jurispr. blz. I‑11307, punten 44 en 45, en 16 november 2004, Anheuser-Busch, C‑245/02, Jurispr. blz. I‑10989, punt 54).

En outre, la Cour a jugé que les dispositions de cet accord sont dépourvues d’effet direct et ne sont pas de nature à créer pour les particuliers des droits dont ceux-ci peuvent se prévaloir directement devant le juge en vertu du droit communautaire (voir, en ce sens, arrêts du 23 novembre 1999, Portugal/Conseil, C‑149/96, Rec. p. I‑8395, points 42 à 48; du 14 décembre 2000, Dior e.a., C‑300/98 et C‑392/98, Rec. p. I‑11307 points 44 et 45, ainsi que du 16 novembre 2004, Anheuser-Busch, C‑245/02, Rec. p. I‑10989, point 54).


29 In het bijzonder met betrekking tot driedimensionale merken bestaande uit de verpakking van waren, zoals vloeibare producten, die om redenen verband houdend met de aard van de waar in verpakte vorm in de handel worden gebracht, heeft het Hof geoordeeld dat dergelijke merken het de normaal geïnformeerde, redelijk omzichtige en oplettende, gemiddelde consument van die waar mogelijk moeten maken, de betrokken waar zonder analytisch of vergelijkend onderzoek en zonder bijzondere oplettendheid van die van andere ondernemingen te onderscheiden [zie, in die zin, aangaande artikel 3, lid 1, sub b, van de Eerste richtlijn (89/104/EEG) van de R ...[+++]

29 S’agissant, en particulier, des marques tridimensionnelles constituées de l’emballage des produits, tels les liquides, qui sont emballés dans le commerce pour des raisons liées à la nature même du produit, la Cour a jugé qu’elles doivent permettre au consommateur moyen desdits produits, normalement informé et raisonnablement attentif et avisé, de distinguer, sans procéder à une analyse ou à une comparaison, et sans faire preuve d’une attention particulière, le produit concerné de ceux d’autres entreprises [voir, en ce sens, à propos de l’article 3, paragraphe 1, sous b), de la première directive 89/104/CEE du Conseil, du 21 décembre 1 ...[+++]


De memorie van toelichting (stuk Kamer, nr. 50-2328/1, blz. 5) vermeldt het volgende : « Het is geenszins de bedoeling om de private bewakingssector enig overheidsgezag of politionele bevoegdheden toe te kennen of taken toe te vertrouwen waarvan geoordeeld wordt dat zij essentieel politioneel dienen te blijven, zoals : (..) taken die de uitoefening van dwang met zich brengen, taken die de uitoefening van geweld (met uitzondering van de wettige verdediging) inhouden, taken die vrijheidsbeperkende maatregelen inhouden, (..) taken die door hun symboolwaarde de indruk wekken dat de beoefenaars ervan met enig overheidsgezag zijn bekleed».

L'exposé des motifs (doc. Chambre, nº 50-2328/1, p. 5) spécifiait que « Ce n'est certainement pas l'objectif d'attribuer au secteur du gardiennage une quelconque autorité publique ou des compétences policières, ou de lui confier des tâches dont on estime qu'elles doivent essentiellement rester policières, telles que des : (..) tâches qui comportent l'usage de la contrainte, tâches qui comportent l'usage de la force (à l'exception de la légitime défense), tâches qui comportent des mesures de restriction de liberté, (..) tâches qui, par leur valeur de symbole, donnent l'impression que leurs pratiquants sont revêtus d'une quelconque autorit ...[+++]




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'blz i-11221 geoordeeld' ->

Date index: 2025-04-13
w