Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Anemofiele planten Biol. Enc.
Arrest
Arrest HvJ EG
Arrest van het Hof
Arrest van het Hof
Arrest van het Hof EG
Arrest van het Hof van Justitie
Arrest van het Hof van Justitie
Arrest van het Hof van Justitie EG
Bladzijde
Blz.
Blz. 59
Gezag van het gewijsde
Het arrest van het Hof van Justitie
P.
Pagina
Planten
Rechterlijke uitspraak
Tenuitvoerlegging van een arrest
Tenuitvoerlegging van het vonnis
Uitspraak van het Hof
Vonnis
Werking van het vonnis
Wijze van tenuitvoerlegging

Vertaling van "blz 9 arrest " (Nederlands → Frans) :

TERMINOLOGIE
arrest van het Hof (EU) [ arrest HvJ EG | arrest van het Hof EG | arrest van het Hof van Justitie (EU) | arrest van het Hof van Justitie EG ]

arrêt de la Cour (UE) [ arrêt CJCE | arrêt de la Cour (CE) | arrêt de la Cour de justice (CE) | arrêt de la Cour de justice (UE) ]


arrest | arrest van het Hof | arrest van het Hof van Justitie | het arrest van het Hof van Justitie

arrêt | arrêt de la Cour de justice de l'Union européenne


anemofiele planten Biol. Enc. | blz. 59 | Planten

plantes anémophiles


bladzijde | pagina | blz. [Abbr.] | p. [Abbr.]

page | p. [Abbr.]


tenuitvoerlegging van het vonnis [ gezag van het gewijsde | tenuitvoerlegging van een arrest | werking van het vonnis | wijze van tenuitvoerlegging ]

voie d'exécution [ autorité de la chose jugée | effet du jugement | exécution d'un arrêt | exécution du jugement | mesure d'exécution forcée ]


vonnis [ arrest | rechterlijke uitspraak | uitspraak van het Hof ]

jugement [ arrêt | arrêt de la Cour | sentence ]
IN-CONTEXT TRANSLATIONS
[...] 44. Zoals het Hof reeds heeft opgemerkt, leent de sigarettenmarkt zich bij uitstek voor de ontwikkeling van illegale handel (zie arresten van 10 december 2002, British American Tobacco (Investments) en Imperial Tobacco, C-491/01, Jurispr. blz. I-11453, punt 87, en 29 april 2004, British American Tobacco, C-222/01, Jurispr. blz. I-4683, punt 72, en arrest BATIG, reeds aangehaald, punt 34).

[...] 44. Or, le marché des cigarettes est, ainsi que la Cour l'a déjà relevé, particulièrement propice au développement d'un commerce illégal (voir arrêts du 10 décembre 2002, British American Tobacco (Investments) et Imperial Tobacco, C-491/01, Rec. p. I-11453, point 87; du 29 avril 2004, British American Tobacco, C-222/01, Rec. p. I-4683, point 72, ainsi que BATIG, précité, point 34).


Wat betreft de gevolgen van het arrest van 17 september 2015 (nr. 116/2015) van het Grondwettelijk Hof, verwijs ik u naar mijn antwoord op de vraag nr. 508 van mevrouw Catherine Fonck (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2015-2016, nr. 62, blz. 114) Ik moet evenwel benadrukken dat het geenszins correct is dat het Grondwettelijk Hof in dit arrest een termijn heeft opgelegd waarbinnen een wetgevend initiatief zou moeten genomen worden.

En ce qui concerne les conséquences de l'arrêt du 17 septembre 2015 (n° 116/2015) de la Cour constitutionnelle, je vous renvoie à ma réponse à la question n° 508 de madame Catherine Fonck (Questions et Réponses, Chambre, 2015-2016, n° 62, p. 114) Je tiens à souligner qu'il est en aucun cas correct que la Cour constitutionnelle a imposé un délai dans lequel une initiative législative devrait être prise.


1. Er wordt verwezen naar het antwoord van 16 juni 2015 op mondelinge vraag nr. 4612 van de heer Koenraad Degroote dat reeds betrekking had op het arrest van de Raad van State van 29 april 2015 (Integraal Verslag, Kamer, 2014-2015, commissie voor de Justitie, 16 juni 2015, CRIV 54 COM 193, blz. 3) Hierin werd benadrukt dat "de rechterlijke beslissingen in een rechtsstaat door iedereen moeten worden nageleefd en a fortiori door de administratie moeten worden toegepast".

1. Il est renvoyé à la réponse du 16 juin 2015 à la question orale n° 4612 de monsieur Koenraad Degroote du 29 avril 2015, qui portait déjà sur l'arrêt du du Conseil d'État (Compte rendu intégral, Chambre, 2014-2015, commission de la Justice, 16 juin 2015, CRIV 54 COM 193, p. 3) On y soulignait que "(dans) un État de droit, les décisions judiciaires doivent être respectées par tous et doivent, a fortiori, être appliquées par l'administration".


Het Hof verbindt echter strikte voorwaarden aan deze bestemmingsmogelijkheid: - deze instellingen moeten daadwerkelijk ten goede komen aan deze rechthebbenden, - de werkwijze van deze instellingen mag niet discriminerend zijn (blz. 53-55 van het arrest) Sommige deskundigen beweren evenwel dat dit geen unaniem standpunt is, waarbij ze zich baseren op het arrest HvJEU "VG WORT" (Arrest van 27 juni 2013, - C-457/11-460/11, pt 74 en vlg.).

La Cour pose toutefois des conditions strictes à cette possibilité d'affectation : - ces établissements doivent bénéficier effectivement auxdits ayants droit, - les modalités de fonctionnement desdits établissements ne doivent pas être discriminatoires (p.53-55 de l'Arrêt) Toutefois, certains experts prétendent que cette position n'est pas unanime en s'appuyant notamment sur l'arrêt CJUE " VG WORT " (Arrêt du 27 juin 2013, - C-457/11-460/11, pt 74 et s.).


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
In zijn arrest F.11.0069.F van 27 april 2012 (Fiscoloog, nr. 1299, blz. 1), op andersluidend advies van het openbaar ministerie (de conclusies van de advocaat-generaal zijn terug te vinden op www.juridat.be), is het Hof van Cassatie van oordeel dat de administratie van de 'bewijskrachtige gegevens' kennis moet hebben gekregen binnen de verjaringstermijn van drie jaar of binnen de verlengde verjaringstermijn in geval van fraude, die destijds vijf jaar bedroeg.

Dans son arrêt du 27 avril 2012, F.11.0069.F (Le Fiscologue, n° 1299, p. 1), rendu sur avis contraire du ministère public (les conclusions de l'avocat général sont publiées sur www.juridat.be), la Cour de cassation considère que les "éléments probants" doivent venir à la connaissance de l'administration dans le délai de prescription de trois ans ou dans le délai étendu prévu en cas de fraude, fixé à l'époque à cinq ans, que leur découverte a pour effet de prolonger, mais n'exclut pas, en revanche, que ces éléments nécessitent des investigations complémentaires pour établir les opérations imposables ou les déductions illégales (il faut y ajouter depuis lors l ...[+++]


Zie ook : Europees Hof voor de rechten van de mens, arrest Verenigde Communistische Partij van Turkije en andere versus Turkije, 30 januari 1998, Rec., 1998-I, blz. 27, § 57; Europees Hof voor de rechten van de mens, arrest Socialistische Partij van Turkije en andere versus Turkije, 25 mei 1998, Rec., 1998-II, blz. 1256-1257, §§ 46-47; Europees Hof voor de rechten van de mens, arrest Refah Partisi en andere versus Turkije, 31 juli 2001.

Voir également : Cour européenne des droits de l'homme, arrêt Parti communiste unifié de Turquie et autres contre la Turquie du 30 janvier 1998, Rec., 1998-I, p. 27, § 57; Cour européenne des droits de l'homme, arrêt Parti socialiste de Turquie et autres contre la Turquie du 25 mai 1998, Rec., 1998-II, pp. 1256-1257, §§ 46-47; Cour européenne des droits de l'homme, arrêt Refah Partisi et autres contre la Turquie du 31 juillet 2001.


Zie ook : Europees Hof voor de rechten van de mens, arrest Verenigde Communistische Partij van Turkije en andere versus Turkije, 30 januari 1998, Rec., 1998-I, blz. 27, § 57; Europees Hof voor de rechten van de mens, arrest Socialistische Partij van Turkije en andere versus Turkije, 25 mei 1998, Rec., 1998-II, blz. 1256-1257, §§ 46-47; Europees Hof voor de rechten van de mens, arrest Refah Partisi en andere versus Turkije, 31 juli 2001.

Voir également : Cour européenne des droits de l'homme, arrêt Parti communiste unifié de Turquie et autres contre la Turquie du 30 janvier 1998, Rec., 1998-I, p. 27, § 57; Cour européenne des droits de l'homme, arrêt Parti socialiste de Turquie et autres contre la Turquie du 25 mai 1998, Rec., 1998-II, pp. 1256-1257, §§ 46-47; Cour européenne des droits de l'homme, arrêt Refah Partisi et autres contre la Turquie du 31 juillet 2001.


5. In het kader van de toepassing van artikel 90, § 1, in combinatie met artikelen 85 en 86 van het EG-Verdrag, mogen Lid-Staten bedrijven met exclusieve of speciale rechten noch ongerechtvaardigd gedrag noch afspraken tot concurrentiebeperking opleggen of daartoe aanzetten (zie onder andere arrest EHJ van 13 december 1991, zaak C-18/88 RTT, verz., blz. 5941 en arrest EHJ van 18 juni 1991, zaak C-260/89 ERT, verz., blz. I-2925).

5. Dans le cadre de l'application de l'article 90, § 1 , en combinaison avec les articles 85 et 86 du traité C.E., les États membres ne peuvent ni encourager ni imposer aux entreprises bénéficiaires des droits exclusifs ou spéciaux, des comportements abusifs ou la mise en place d'accords restrictifs de la concurrence (voir inter alia arrêt de la C.J.C.E. du 13 décembre 1991, aff. C-18/88 R.T.T., Rec., p. 5941 et arrêt de la C.J.C.E. du 18 juin 1991, aff. C-260/89 E.R.T., Rec., p. I-2925).


Dit zou het geval zijn wanneer een Lid-Staat wetgevende of regelgevende maatregelen zou nemen waarbij hij de oprichting van kartels in strijd met artikel 85 van het verdrag zou opleggen of bevorderen, hetzij de gevolgen van zulke kartels zou versterken, hetzij de bevoegdheden van de Staat in zijn eigen regelgeving wegneemt door zijn verantwoordelijkheid inzake besluitvorming in economische zaken aan privé-operatoren over te dragen (arrest EHJ van 30 april 1986, samengevoegde zaken 209-213/84, verz., blz. 1425 en arrest EHJ van 1 oktober 1987, zaak 311/85 Vlaams Reisbureaus, verz., blz. 3801).

Tel serait le cas si un État membre adopte des mesures de nature législative ou réglementaire, imposant ou favorisant la création des ententes contraires à l'article 85 du traité ou renforce les effets de telles ententes ou bien retire à sa propre réglementation son caractère étatique, en déléguant à des opérateurs privés la responsabilité de prendre des décisions d'intervention en matière économique (arrêt de la C.J.C.E. du 30 avril 1986, aff. jointes 209-213/84, Rec., p. 1425 et arrêt de la C.J.C.E. du 1 octobre 1987, aff. 311/85 Vlaamse Reisbureaus, Rec. p. 3801).


Vergelijkbare beslissingen werden gewezen door het Italiaanse grondwettelijke hof (arrest nr. 422 van 12 september 1995, Giur. cost., 1995, blz. 3255) en door het Zwitserse federale hof (arrest van 19 maart 1997, BGE, 123, I, blz. 152).

Des décisions comparables ont été rendues par la Cour constitutionnelle italienne (sentence nº 422 du 12 septembre 1995, Giur. cost., 1995, p. 3255) et par le tribunal fédéral suisse (arrêt du 19 mars 1997, BGE, 123, I, p. 152).




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'blz 9 arrest' ->

Date index: 2022-12-25
w