Wat daarentegen de verdubbeling van de straffen betreft, meende de Raad van State dat « de bevoegdheid van de strafrechter bij het bepalen van de straf ruim genoeg is, zodat een soortgelijke bepaling overbodig is » (stuk Senaat, nr. 2-12/5, blz. 15).
Par contre, en ce qui concerne le principe du doublement des peines, le Conseil d'État a estimé que « le pouvoir du juge pénal dans la détermination de la peine est suffisamment large pour qu'une telle disposition ne soit pas nécessaire » (do c. Sénat, nº 2-12/5, p. 15).