Daarom dient landbouwers die in 2003 blijvende teelten beoefenden in het kader van de bovenbedoelde specifieke braakleggingsregeling of meerjarige gewassen teelden, de mogelijkheid te worden geboden om de betrokken grond op te geven voor de vaststelling van braakleggingstoeslagrechten zoals bedoeld in artikel 53 van die verordening, respectievelijk voor het gebruik van de vastgestelde braakleggingstoeslagrechten.
Il convient donc d'autoriser les agriculteurs qui en 2003 cultivaient ces cultures au titre du régime particulier applicable aux jachères ou aux cultures pluriannuelles à utiliser respectivement ces superficies pour l’établissement de droits de mise en jachère visés à l’article 53 dudit règlement et pour l'utilisation des droits de mise en jachère établis.