Aangezien geen van beide partijen zijn standpunt aan de andere partij kan opdringen en om allerlei interpretatiegeschillen te voorkomen, is voorzien in overleg en in de mogelijkheid voor de lidstaten om de uitlevering op grond van hun constitutionele beginselen te blijven weigeren (art. 15 en 16 bis van de overeenkomst inzake uitlevering).
Aucune des deux parties ne pouvant imposer à l’autre son point de vue et pour éviter de multiplier les conflits d’interprétation, des formules de dialogue sont prévues ainsi que la possibilité pour les États membres de continuer à refuser l’extradition en raison de leurs principes constitutionnels (art. 15 et 16bis de l’accord sur l’extradition).