Om te voorkomen dat de productie in de katoenproducerende regio's als gevolg van de invoering van een volledige ontkoppeling zou verdwijnen, mogen de lidstaten echter een deel van de steun aan de productie blijven koppelen (maximaal 35 % van het totale steunbedrag dat voordien voor katoen werd betaald).
Néanmoins, afin de sauvegarder la production dans les régions productrices de coton qui risquerait de disparaître avec un découplage total, les États membres peuvent maintenir couplée une partie de l'aide (correspondante à un maximum de 35 % du montant total de l'aide précédemment octroyée au coton).