Q. overwegende dat in richtlijn 2000/60/EG waarin een kader wordt bepaald voor het waterbeleid wordt geëist dat de lidstaten o.m. verslechtering van binnenwateren, overgangswateren, kustwateren en grondwater voorkomen en zij worden verplicht te zorgen voor een gecoördineerd beleid met betrekking tot het gehele stroomgebied van een rivier,
Q. considérant que la directive 2000/60/CE fixant un cadre pour la politique de l'eau demande notamment aux États membres de prévenir la dégradation des «eaux de surface intérieures, des eaux de transition, des eaux côtières et de l'eau souterraine» et les contraint à garantir une politique coordonnée à l'égard du «bassin fluvial dans son ensemble»,