1.Indien een instelling van een derde land of een moederonderneming van een derde land twee of meer in de Unie gevestigde binnenlandse dochterinstellingen heeft, richten de afwikkelingsautoriteiten van de lidstaten waar deze dochterinstellingen in de Unie gevestigd zijn, een Europees afwikkelingscollege op indien geen regelingen zijn getroffen als die waarin artikel 89 voorziet.
1.Lorsqu’un établissement d’un pays tiers ou une entreprise mère d’un pays tiers compte plusieurs filiales dans l’Union, les autorités de résolution des États membres où sont établies ces filiales instaurent un collège d’autorités de résolution européennes si aucun arrangement tel que ceux prévus à l’article 89 n’a été mis sur pied.