6) Overlijden van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de grootvader, de grootmoeder, van een kleinkind, schoonzoon of schoondochter die bij de werknemer inwoont : twee dagen door de werknemer te kiezen tijdens een periode van 12 dagen die begint met de dag van het overlijden;
6) Décès d'un frère, d'une soeur, d'un beau-frère, d'une belle-soeur, du grand-père, de la grand-mère, d'un petit-enfant, d'un gendre ou d'une bru habitant chez le travailleur : deux jours à choisir par le travailleur dans le période de 12 jours commençant le jour du décès;