Traduction de «bijzondere wet toegewezen gedeelten » (Néerlandais → Français) :

c) het vermoedelijke saldo van de afrekening van het begrotingsjaar 2017 van de in de artikelen 65, § 1, 2° /1 en § 6, van de bijzondere wet toegewezen gedeelten van de opbrengst van de federale personenbelasting.
c) du solde provisoire du décompte de l'année budgétaire 2017 des parties attribuées du produit de l'impôt des personnes physiques fédéral visées aux articles 65, § 1, 2° /1 et § 6, de la même loi spéciale du 16 janvier 1989;

het definitieve saldo van de afrekening van het begrotingsjaar 2016 van de in de artikelen 65, § 1, 2° /1 en § 6, van de bijzondere wet toegewezen gedeelten van de opbrengst van de federale personenbelasting.
du solde définitif du décompte de l'année budgétaire 2016 des parties attribuées du produit de l'impôt des personnes physiques fédéral visées aux articles 65, § 1, 2° /1 et § 6, de la même loi spéciale du 16 janvier 1989;

c) het vermoedelijke saldo van de afrekening van het begrotingsjaar 2016 van de in de artikelen 65, § 1, 2° /1 en § 6, van de bijzondere wet toegewezen gedeelten van de opbrengst van de federale personenbelasting.
c) du solde provisoire du décompte de l'année budgétaire 2016 des parties attribuées du produit de l'impôt des personnes physiques fédéral visées aux articles 65, § 1, 2° /1 et § 6, de la même loi spéciale du 16 janvier 1989;

... 1, 2° /1 en § 6, van de bijzondere wet toegewezen gedeelten van de opbrengst van de federale personenbelasting. Art. 17. De overdracht inzake het toegewezen gedeelte van de opbrengst van de federale personenbelasting bedoeld in de artikelen 65bis en 65ter van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten, gewijzigd door de bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur, door de bijzondere wet van 13 juli 2001 tot herfinanciering van de gemeenschappen en uitbreiding van de fiscale bevoegdheden van de gewesten, door de bijzondere wet van 19 juli 2012 houdende een correcte financiering van de Brusselse Instellingen en door de bijzondere wet van 6 januari 2014 tot hervorming van de financiering van de gemeenschappen en de gewesten, tot uitbreiding van de fiscale autonomie van de gewesten en tot financiering van de nieuwe bevoegdheden, wordt, rekening houdende met : a) de in artikel 65quinquies, van dezelfde bijzondere wet van 16 januari 1989 bedoelde responsabiliseringsbijdrage voor de Franse Gemeenschapscommissie die in mindering komt van het in artikel 65bis van dezelfde bijzondere wet bedoelde toegewezen gedeelte van de opbrengst van de federale personenbelasting aan de Franse Gemeenschapscommissie; b) het vermoedelijke saldo van de afrekening van het begrotingsjaar 2015 van het in de artikelen 65bis en 65ter, van dezelfde bijzondere wet van 16 januari 1989 bedoelde toegewezen gedeelte van de opbrengst van de federale personenbelasting; voor het begrotingsjaar 2016 geraamd op 63.422.587 EUR voor de Franse Gemeenschapscommissie en op 15.895.066 EUR voor de Vlaamse Gemeenschapscommissie. ...
...attribuée du produit de l'impôt des personnes physiques fédéral visé aux articles 65bis et 65ter de la loi spéciale du 16 janvier 1989 relative au financement des communautés et des régions, modifiée par la loi spéciale du 16 juillet 1993 visant à achever la structure fédérale de l'Etat, par la loi spéciale du 13 juillet 2001 portant refinancement des communautés et extension des compétences fiscales des régions, par la loi spéciale du 19 juillet 2012 portant un juste financement des Institutions bruxelloises et par la loi spéciale du 6 janvier 2014 portant réforme du financement des communautés et des régions, élargissement de l'autonomie fiscale des régions et financement des nouvelles compétences, est, compte tenu : a) de la contribution de responsabilisation visée à l'article 65quinquies, de la même loi spéciale du 16 janvier 1989 pour la Commission communautaire française qui est portée en déduction de la partie attribuée du produit de l'impôt des personnes physiques fédéral visée à l'article 65bis, de la même loi spéciale et accordée à la Commission communautaire française; b) du solde probable du décompte de l'année budgétaire 2015 de la partie attribuée du produit de l'impôt des personnes physiques visée aux articles 65bis et 65ter, de la même loi spéciale du 16 janvier 1989; estimé pour l'année budgétaire 2016 à 63.422.587 EUR pour la Commission communautaire française et à 15.895.066 EUR pour la Commission communautaire flamande. ...

Dat bedrag is immers reeds begrepen in de vermindering die krachtens artikel 81quinquies, § 2, van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten wordt toegepast op de in artikel 40quinquies van dezelfde bijzondere wet toegewezen gedeelten van de opbrengst van de BTW van het begrotingsjaar 2015.
Ce montant est en effet inclus dans la diminution qui, conformément à l'article 81quinquies, § 2, de la loi spéciale du 16 janvier 1989 relative au financement des Communautés et des Régions a été appliquée sur les parties attribuées des produits de la TVA de l'année budgétaire 2015 dans l'article 40quinquies de la même loi spéciale.

e) het vermoedelijke saldo van de afrekening van het begrotingsjaar 2017 van de in artikel 36, van dezelfde bijzondere wet van 16 januari 1989 bedoelde toegewezen gedeelten van de opbrengst van de BTW en van de opbrengst van de federale personenbelasting;
e) du solde probable du décompte de l'année budgétaire 2017 des parties attribuées du produit de l'impôt des personnes physiques fédéral et du produit de la TVA visées à l'article 36, de la même loi spéciale du 16 janvier 1989;

d) het vermoedelijke saldo van de afrekening van het begrotingsjaar 2017 van de in de artikelen 35octies tot 35decies, 64quater en 64quinquies, van dezelfde bijzondere wet van 16 januari 1989 bedoelde toegewezen gedeelten van de opbrengst van de federale personenbelasting;
d) du solde probable du décompte de l'année budgétaire 2017 des parties attribuées du produit de l'impôt des personnes physiques fédéral visées aux articles 35octies à 35decies, 64quater et 64quinquies, de la même loi spéciale du 16 janvier 1989;

Art. 12. Overeenkomstig artikel 53, eerste lid, 2°, van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten, gewijzigd door de bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur, door de bijzondere wet van 13 juli 2001 tot herfinanciering van de gemeenschappen en uitbreiding van de fiscale bevoegdheden van de gewesten, door de bijzondere wet van 19 juli 2012 houdende een correcte financiering van de Brusselse Instellingen en door de bijzondere wet van 6 januari 2014 tot hervorming van de financiering van de gemeenschappen en de gewesten, tot uitbreiding van de fiscale autonomie van de gewesten en tot financiering van de nieuwe bevoegdheden, en rekening houdend met : a) de wet van 23 mei 2000 tot bepaling van de criteria bedoeld in artikel 39, § 2, van dezelfde bijzondere wet van 16 januari 1989; b) het in artikel 81quinquies, § 2, van dezelfde bijzondere wet van 16 januari 1989 bedoelde bedrag dat in mindering wordt gebracht van het in artikel 40quinquies van dezelfde bijzondere wet bedoelde toegewezen gedeelte van de opbrengst van de belasting op de toegevoegde waarde aan de Vlaamse Gemeenschap; c) het in artikel 48/1, §§ 1 en 4, van dezelfde bijzondere wet van 16 januari 1989 bedoelde overgangsbedrag voor de Vlaamse Gemeenschap en de Franse Gemeenschap dat, overeenkomstig artikel 48/1, § 5, van dezelfde bijzondere wet : 1) in mindering wordt gebracht van het in artikel 47/2 van dezelfde bijzondere wet bedoelde toegewezen gedeelte van de opbrengst van de federale personenbelasting aan respectievelijk de Vlaamse Gemeenschap en de Franse Gemeenschap, indien het overgangsbedrag positief is, 2) toegevoegd wordt aan het in artikel 47/2 van dezelfde bijzondere wet bedoelde toegewezen gedeelte van de opbrengst van de federale personenbelasting aan respectievelijk de Vlaamse Gemeenschap en de Franse Gemeenschap, indien het overgangsbedrag negatief is; d) de in artikel 65quinquies, van de ...
Art. 12. Conformément à l'article 53, alinéa 1 , 2°, de la loi spéciale du 16 janvier 1989 relative au financement des communautés et des régions, modifiée par la loi spéciale du 16 juillet 1993 visant à achever la structure fédérale de l'Etat, par la loi spéciale du 13 juillet 2001 portant refinancement des communautés et extension des compétences fiscales des régions, par la loi spéciale du 19 juillet 2012 portant un juste financement des Institutions bruxelloises et par la loi spéciale du 6 janvier 2014 portant réforme du financement des communautés et des régions, élargissement de l'autonomie fiscale des régions et financement des nouvelles compétences et compte tenu : a) de la loi du 23 mai 2000 fixant les critères visés à l'article 39, § 2, de la même loi spéciale du 16 janvier 1989; b) du montant visé à l'article 81quinquies, § 2, de la même loi spéciale du 16 janvier 1989 qui est porté en déduction de la partie attribuée du produit de la taxe sur la valeur ajoutée visée à l'article 40quinquies de la même loi spéciale et attribuée à la Communauté flamande; c) du montant de transition visé à l'article 48/1, §§ 1 et 4, de la même loi spéciale du 16 janvier 1989 pour la Communauté flamande et pour la Communauté française qui est, conformément à l'article 48/1, § 5, de la même loi spéciale : 1) porté en déduction de la partie attribuée du produit de l'impôt des personnes physiques fédéral visée à l'article 47/2 de la même loi spéciale et accordée respectivement à la Communauté flamande et à la Communauté française, si le montant de transition est positif, 2) ajouté à la partie attribuée du produit de l'impôt des personnes physiques fédéral visée à l'article 47/2 de la même loi spéciale et accordée respectivement à la Communauté flamande et à la Communauté française, si le montant de transition est négatif; d) de la contribution de responsabilisation visée à l'article 65quinquies, de la même loi spéciale du 16 janvier 1989 pour la Communauté flamande et la Com ...

Samen met de Ministerraad zijn zij van oordeel dat het Vlaamse Gewest zich niet kan beroepen op zijn bevoegdheid inzake de erkenning van uitzendbureaus, die een onderdeel is van de aan het Gewest bij artikel 6, § 1, IX, 1°, van de bijzondere wet toegewezen bevoegdheid wat de arbeidsbemiddeling betreft.
Elles estiment, avec le Conseil des ministres, que la Région flamande ne peut se prévaloir de sa compétence en matière d'agrément des agences de travail intérimaire, qui est un aspect de la compétence qui lui a été attribuée par l'article 6, § 1, IX, 1°, de la loi spéciale en ce qui concerne le placement des travailleurs.

Gezien de decretale doelstellingen inzake de sanering van achtergestelde, vaak verkrotte buurten en de kansarmoedebestrijding, kan bovendien worden gewezen op de door artikel 6, § 1, I, van dezelfde bijzondere wet toegewezen gewestelijke bevoegdheid inzake stedenbouw en ruimtelijke ordening, terwijl de gemeenschappen naar luid van artikel 5, § 1, II, 2°, van de bijzondere wet ook nog instaan voor het beleid inzake maatschappelijk welzijn.
Etant donné que les objectifs du décret concernent l'assainissement de quartiers défavorisés et souvent délabrés ainsi que la lutte contre l'exclusion, il peut aussi être renvoyé à la compétence régionale attribuée par l'article 6, § 1, I, de la même loi spéciale en matière d'urbanisme et d'aménagement du territoire, cependant que les communautés, en vertu de l'article 5, § 1, II, 2°, sont également responsables de la politique d'aide sociale.