België was hiermee de vreemde eend in de bijt : in Frankrijk werd het recht van genade toegekend aan de president en in Nederland werd het een expliciete bevoegdheid van de regering.
En posant ce choix, la Belgique allait à contre-courant de l'époque. Ainsi, en France, le droit de grâce fut octroyé au président, tandis que les Néerlandais en firent une compétence explicite du gouvernement.