Vertaling van "bijlage bedoelde contracyclische bufferpercentage " (Nederlands → Frans) :

Art. 5. § 1. Voor de relevante blootstellingen aan kredietrisico op tegenpartijen die op het Belgische grondgebied zijn gevestigd, is het in artikel 4, § 2 van deze Bijlage bedoelde contracyclische bufferpercentage het door de Bank vastgestelde contracyclische bufferpercentage.
Art. 5. § 1 . Pour les expositions au risque de crédit pertinentes sur des contreparties établies sur le territoire belge, le taux de coussin contracyclique visé à l'article 4, § 2 de la présente Annexe, est le taux de coussin contracyclique fixé par la Banque.

De Bank neemt alle redelijke maatregelen om, samen met de Europese autoriteiten en de aangewezen autoriteiten van de lidstaten, de beslissingen te coördineren die betrekking hebben op de vaststelling van het in paragraaf 1 bedoelde contracyclische bufferpercentage.
La Banque prend toute mesure raisonnable pour coordonner, avec les autorités européennes et les autorités désignées des Etats membres, les décisions portant sur la fixation du taux de coussin contracyclique visé au paragraphe 1 .

Erkenning van contracyclische bufferpercentages van meer dan 2,5 % Art. 2. Met toepassing van artikel 7, § 2 van Bijlage IV bij de wet van 25 april 2014 erkent de Bank elk contracyclisch bufferpercentage van meer dan 2,5 % vastgesteld door een aangewezen autoriteit van een lidstaat.
Reconnaissance des taux de coussin contracyclique de plus de 2,5 % Art. 2. § 1er. En application de l'article 7, § 2, de l'annexe IV à la loi du 25 avril 2014, la Banque reconnaît chaque taux de coussin contracyclique de plus de 2,5 % fixé par une autorité désignée d'un Etat membre.

In geval van erkenning van een contracyclisch bufferpercentage van meer dan 2,5 %, gelden de bekendmakingsvereisten van artikel 7, § 3 van Bijlage IV bij de wet van 25 april 2014.
Les exigences en matière de publication visées à l'article 7, § 3, de l'annexe IV de la loi du 25 avril 2014 s'appliquent en cas de reconnaissance d'un pourcentage de coussin contracyclique supérieur à 2,5 %.

Bijlage bij het koninklijk besluit van 25 november 2015 tot goedkeuring van het Reglement van 24 november 2015 van de Nationale Bank van België tot vastlegging van het contracyclische tier 1-kernkapitaalbuffer-percentage De Nationale Bank van België (hierna de "Bank"), Gelet op de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, artikelen 12bis, § 2 en 36/34, § 2; Gelet op de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen (hierna, de "wet van 25 april 2014"), artikelen 98, eerste lid, a), en 5, § 2, van Bijlage IV; Besluit : Contracyclisch bufferpercentage Artikel 1. In toepassing van artikel 5, § 2 van Bijlage IV bij de wet van 25 april 2014 stelt de Bank het contracyclische tier 1-kernkapitaalbufferpercentage voor de relevante blootstellingen aan kredietrisico op tegenpartijen die op het Belgisch grondgebied zijn gevestigd, zoals bedoeld in artikel 5, § 1, van dezelfde bijlage, vast op 0 %.
Le Ministre des Finances, J. VAN OVERTVELDT à l'arrêté royal du 25 novembre 2015 portant approbation du Règlement du 24 novembre 2015 de la Banque nationale de Belgique relatif à la détermination du taux de coussin de conservation des fonds propres de base de catégorie 1 contracyclique La Banque nationale de Belgique (ci-après la "Banque"), Vu la loi du 22 février 1998 fixant le statut organique de la Banque nationale de Belgique, articles 12bis, § 2, et 36/34, § 2; Vu la loi du 25 avril 2014 relative au statut et au contrôle des établissements de crédit (ci-après la "loi du 25 avril 2014"), articles 98, alinéa 1 , a), et 5, § 2, de l'annexe IV, Arrête : Taux de coussin contracyclique Article 1 . En application de l'article 5, § 2, de l'annexe IV de la loi du 25 avril 2014, la Banque fixe le taux de coussin de conservation des fonds propres de base de catégorie 1 contracyclique pour les expositions au risque de crédit pertinentes sur des contreparties établies sur le territoire belge, telles que visées à l'article 5, § 1 , de ladite annexe, à 0 %.

Art. 6. De kredietinstellingen berekenen het in artikel 4, § 1, tweede lid van deze Bijlage bedoelde gewogen gemiddelde van de contracyclische bufferpercentages op basis van de contracyclische bufferpercentages die respectievelijk worden bekendgemaakt door de Bank overeenkomstig artikel 5, § 6 van deze Bijlage, en door de aangewezen autoriteiten van de verschillende lidstaten of van derde landen op het grondgebied waarvan de relevante blootstellingen aan kredietrisico zich bevinden, overeenkomstig de artikelen 7 tot 10 van deze Bijlage.
Art. 6. Les établissements de crédit calculent la moyenne pondérée des taux de coussin contracyclique visée à l'article 4, § 1 , alinéa 2 de la présente Annexe sur base des taux de coussin contracyclique publiés respectivement par la Banque conformément à l'article 5, § 6 de la présente Annexe, et par les autorités désignées des différents Etats membres ou de pays tiers sur le territoire desquels les expositions au risque de crédit pertinentes sont localisées, conformément aux articles 7 à 10 de la présente Annexe.

Voor de berekening van het in paragraaf 1, tweede lid bedoelde gewogen gemiddelde van de contracyclische tier 1-kernkapitaalbufferpercentages vermenigvuldigen de kredietinstellingen elk van de contracyclische bufferpercentages die overeenkomstig artikel 6 van deze Bijlage van toepassing zijn, met het totale bedrag van hun reglementaire eigenvermogensvereisten die hun relevante blootstellingen aan kredietrisico op het betrokken grondgebied, bepaald overeenkomstig Deel 3, Titel II van Verordening nr. 575/2013, dekken en delen het verkregen resultaat door het totale bedrag van hun reglementaire eigenvermogensvereisten die al hun relevante blootstellingen aan kredietrisico dekken.
Pour le calcul de la moyenne pondérée des taux de coussin de fonds propres de base de catégorie 1 contracyclique visée au paragraphe 1 , alinéa 2, les établissements de crédit multiplient chacun des taux de coussin contracyclique applicables, conformément à l'article 6 de la présente Annexe, par le montant total de leurs exigences en fonds propres réglementaires couvrant leurs expositions au risque de crédit pertinentes sur le territoire concerné, déterminé conformément à la troisième Partie, Titre II, du Règlement n° 575/2013, et divisent le résultat obtenu par le montant total de leurs exigences en fonds propres réglementaires couvrant la totalité de leurs expositions au risque de crédit pertinentes.

Erkenning van macroprudentiële maatregelen Artikel 1. § 1. Kredietinstellingen in de zin van Boek II van de wet van 25 april 2014 passen de in artikel 22, § 2 van Bijlage IV bij dezelfde wet bedoelde bufferpercentages vastgesteld door een aangewezen autoriteit van een lidstaat toe, voor wat betreft hun risicoblootstellingen in deze lidstaat, indien deze bufferpercentages vermeld zijn in Aanbeveling C van Aanbeveling nr. 2015/2.
Reconnaissance des mesures macroprudentielles Article 1er. § 1er. Les établissements de crédit au sens du livre II de la loi du 25 avril 2014 appliquent les taux de coussin visés à l'article 22, § 2, de l'annexe IV de la même loi fixés par une autorité désignée d'un Etat membre, en ce qui concerne leurs expositions au risque dans cet Etat membre, si ces taux de coussin sont mentionnés dans la recommandation C de la recommandation n° 2015/2. § 2.

2. In de in artikel 138, onder a), bedoelde omstandigheden kunnen aangewezen autoriteiten het contracyclische bufferpercentage bepalen dat instellingen waaraan op nationaal niveau vergunning is verleend, moeten toepassen bij de berekening van hun instellingsspecifieke contracyclische kapitaalbuffer.
2. Dans les circonstances visées à l'article 138, point a), les autorités désignées peuvent fixer le taux de coussin contracyclique que les établissements agréés au niveau national doivent appliquer aux fins du calcul de leur coussin de fonds propres contracyclique spécifique.

De lidstaten schrijven voor dat de instellingen bij de berekening van het in de eerste alinea bedoelde gewogen gemiddelde, voor elk toepasselijk contracyclisch bufferpercentage hun totale, overeenkomstig deel 3, titels II en IV, van Verordening (EU) nr. 575/2013 bepaalde eigenvermogensvereisten voor kredietrisico in verband met hun desbetreffende kredietblootstellingen op het betrokken grondgebied berekenen, en dit delen door hun totale eigenvermogensvereisten voor kredietrisico in verband met al hun desbetreffende kredietblootstellingen.
Aux fins du calcul de la moyenne pondérée visée au premier alinéa, les États membres exigent des établissements qu'ils calculent, pour chaque taux de coussin contracyclique applicable, le montant total de leurs exigences de fonds propres pour risque de crédit, déterminé conformément à la troisième partie, titres II et IV, du règlement (UE) no 575/2013, couvrant leurs expositions de crédit pertinentes sur le territoire concerné, et le divisent par le montant total de leurs exigences de fonds propres pour risque de crédit couvrant la totalité de leurs expositions de crédit pertinentes.