De tweede kritiek van de verzoekende partijen betreft het gelijkheidsbeginsel, in zoverre de geldigverklaring van het in het geding zijnde inschrijvingsgeld betrekking zou hebben op bijkomende inschrijvingsgelden waarvan het bedrag varieert van de ene onderwijsinstelling tot de andere, waardoor evenveel onverantwoorde verschillen in behandeling tussen de studenten worden ingevoerd.
La deuxième critique des parties requérantes concerne le principe d'égalité en ce que la validation des droits en cause porterait sur des droits complémentaires dont le montant varie d'un établissement d'enseignement à l'autre, créant ainsi autant de différences de traitement injustifiées entre les étudiants.