Art. 2. De in artikel 1 bedoelde ambtenaren worden bovendien gemachtigd om van hun persoonlijk voertuig gebruik te maken binnen de agglomeratie van hun administratieve standplaats, binnen de perken van een bijkomend globaal contingent van 2.000 km, onverminderd de bepalingen van artikel 3.
Art. 2. Les fonctionnaires visés à l'article 1 sont en outre autorisés à utiliser leur voiture personnelle à l'intérieur de l'agglomération de leur résidence administrative dans les limites d'un contingent global supplémentaire de 2.000 km, sans préjudice des dispositions de l'article 3.