het door de stift beschreven tracé staat loodrecht op de gemiddelde omtrek (bij schijfvormige registratiebladen) of op de as van de zone, bestemd voor het registreren van de snelheid (bij bandvormige registratiebladen);
le tracé décrit par le stylet doit être perpendiculaire à la circonférence moyenne (dans le cas de feuilles d’enregistrement en forme de disques) ou à l’axe de la zone réservée à l’enregistrement de la vitesse (dans le cas de feuilles d’enregistrement en forme de bandes),