Kan uit de lezing van artikel 375, § 1, van het WIB 1992 worden afgeleid dat de ambtenaar die met de behandeling van het bezwaarschrift is belast geen door de belastingschuldige niet-aangevoerde bezwaren (bijvoorbeeld dat de rectificatie van de aangifte niet bij ter post aangetekende brief is betekend, ..) die de betwiste aanslag doen vervallen, mag vermelden?
De la lecture de l'article 375, § 1er, du CIR 1992, peut-on déduire que le fonctionnaire chargé de l'instruction de la réclamation ne pourrait pas soulever des griefs non évoqués par le redevable (par exemple la rectification de la déclaration n'a pas été notifiée par lettre recommandée à la poste, ..) qui rendent l'imposition contestée caduque?