De werkneemster die krachtens artikel 39, vierde lid van de arbeidswet van 16 maart 1971 de verlenging van de arbeidsonderbreking uitgesteld heeft tot het ogenblik waarop het pasgeboren kind naar huis komt, bezorgt aan haar verzekeringsinstelling een verklaring waarin de werkgever bevestigt dat de voorwaarden van voornoemde bepaling vervuld zijn en waarin hij vermeldt vanaf welke datum de werkneemster de arbeid onderbreekt.
La travailleuse qui, en vertu de l'article 39, alinéa 4 de la loi du 16 mars 1971 sur le travail, a reporté la prolongation de l'interruption du travail jusqu'au moment où le nouveau-né entre au foyer, remet à son organisme assureur une attestation de l'employeur, certifiant que les conditions prévues par la disposition précitée sont remplies et mentionnant la date à partir de laquelle la travailleuse interrompt le travail.