3. wijst erop dat de EU, ongeacht de bezorgdheid over de negatieve gevolgen van de globalisering voor de EU-economie, haar koppositie in de wereldhandel heeft gehandhaafd en dat bedrijven van EU-lidstaten voornamelijk investeren in EU- en VS-markten ondanks de opkomst van nieuwe buitenlandse spelers als China, India en Brazilië;
3. constate que, indépendamment des préoccupations relatives à l'impact négatif de la mondialisation sur l'économie communautaire, l'Union européenne a conservé une position dominante dans le commerce mondial, et que les entreprises des États membres investissent essentiellement dans les marchés de l'Union européenne et des États-Unis, malgré l'émergence de nouveaux acteurs étrangers tels que la Chine, l'Inde et le Brésil;