(10) Het fundamentele en persoonlijke recht voor burgers van de Unie in een andere lidstaat te verblijven hangt niet af van de afgifte van een verblijfstitel, maar vloeit rechtstreeks voort uit het EG-Verdrag. De verplichting een verblijfstitel te bezitten dient daarom te worden beperkt tot behoorlijk gerechtvaardigde situaties, in het bijzonder voor familieleden van de burger van de Unie die niet de nationaliteit van een lidstaat bezitten, en voor verblijven van langer dan zes maanden.
(10) Le droit fondamental et personnel des citoyens de l’Union de séjourner dans un autre État membre ne dépend pas de la délivrance d’un titre de séjour, mais dérive directement du traité CE. Il convient dès lors de limiter l’obligation d’avoir un titre de séjour à des situations dûment justifiées, en particulier pour les membres de la famille du citoyen de l’Union qui n’ont pas la nationalité d’un État membre et pour des séjours dépassant les six mois.