Art. 17. Met het oog op de erkenning van de anciënniteit vloeit het bewijs dat door de betrokkenen moet worden geleverd voor bewezen diensten voort uit de stortingen bij een instelling voor sociale zekerheid of een pensioenkas.
Art. 17. En vue de la reconnaissance de l'ancienneté, la preuve des services prestés à fournir par les intéressés, résulte des versements effectués auprès d'un organisme de sécurité sociale ou d'une caisse de pension.