Art. 11. De vervoermiddelen bedoeld in artikel 28 van het Boswetboek voor het plaatsen, het onderhoud en
het weghalen van de bewegwijzering van de plaatsen, paden en wegen worden toegelaten tegen de volgende voorwaarden : 1° de vervoermiddelen moeten aan de toestand van de gebruikte weg en plaats aangepast worden en mogen de staat ervan niet verergeren; 2° bij het gebruik van motorvoertuigen wordt hun aantal beperkt tot twee voertuigen per stuk van vijftig kilometer en tot één voertuig per plaats; 3° de to
egang tot de plaats gebeurt via de weg die het ...[+++]minst schadelijk is.
Art. 11. Les moyens de locomotion prévus à l'article 28 du Code forestier pour la pose, l'entretien et l'enlèvement du balisage des aires, des sentiers et des chemins sont admis aux conditions suivantes : 1° les moyens de locomotion doivent être adaptés à l'état de la voie et de l'aire empruntées et ne doivent pas en aggraver l'état; 2° dans le cas de l'utilisation de véhicules à moteur, leur nombre est limité à deux véhicules par tranche de cinquante kilomètres et à un véhicule par aire; 3° l'accès à l'aire s'effectue par la voie la moins dommageable.