Art. 33. Er mogen bij de uitoefening van hun activiteiten enkel en alleen wapens en munitie gedragen en gebruikt worden die eigendom zijn van de onderneming, dienst of instelling, waarvoor de betrokkenen, in het geval van een bewakingsagenten, over een identificatiekaart beschikken, en in het geval van lesgevers, aangesteld zijn door de betrokken instelling.
Art. 33. Peuvent être portées et utilisées lors de l'exercice de leurs activités, seulement et uniquement des armes et munitions qui appartiennent à l'entreprise, service ou organisme pour laquelle ou lequel les intéressés disposent d'une carte d'identification, s'il s'agit d'agents de gardiennage, et par laquelle ou lequel les intéressés ont été engagés par l'organisme concerné s'il s'agit de chargés de cours.