Art. 38. Worden schuldig bevonden aan oplichting en gestraft met de straffen bepaald in artikel 496 van het Strafwetboek, zij die, door misbruik te maken van de zwakheid of onwetendheid van anderen, transacties in financiële instrumenten uitvoeren tegen een prijs of onder voorwaarden die klaarblijkelijk niet in verhouding staan tot de reële waarde van deze instrumenten.
Art. 38. Sont coupables d'escroquerie et punis des peines prévues à l'article 496 du Code pénal, ceux qui, abusant de la faiblesse ou de l'ignorance d'autrui, procèdent à des transactions sur instruments financiers à un prix ou à des conditions manifestement hors de proportion avec la valeur réelle de ces instruments.