Het heeft weinig zin een bevoegdheid gezamenlijk uit te oefenen met die van andere entiteiten, wat de essentie is van een samenwerkingsakkoord (zie artikel 92bis, § 1, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980), wanneer die bevoegdheid reeds afzonderlijk is uitgeoefend.
Il est sans pertinence d'exercer une compétence conjointement a celle d'autres entités, ce qui est l'essence d'un accord de coopération (voir l'article 92bis, § 1 , de la loi spéciale du 8 août 1980) si cette compétence est déjà exercée distinctement.