3. De bevoegde autoriteiten van een Overeenkomstsluitende Staat hebben het recht, zonder onredelijke vertraging, luchtvaartuigen van de andere Overeenkomstsluitende Staat te doorzoeken bij de landing of bij het vertrek en de door deze Overeenkomst voorgeschreven bewijzen en andere documenten te onderzoeken.
3. Les Autorités compétentes d'un Etat contractant auront le droit, sans occasionner de retard déraisonnable, de fouiller les aéronefs de l'autre Etat contractant à l'atterrissage ou au départ, et de contrôle les certificats et autres documents prévus par le présent Accord.