Uit de parlementaire voorbereiding v
an de bestreden wet blijkt dat de wetgever het aangewezen heeft geacht die administra
tie principieel een recht van rechtstreekse bevraging van de A.N.G. te verlenen, zij
het enkel aan de « onderzoeks- en opsporingsdienst » van die administratie, zodat « de van de politie o
...[+++]ntvangen gegevens [...] niet gebruikt [kunnen] worden voor doeleinden van belastingheffing » (Parl. St., Kamer, 2013-2014, DOC 53-3105/001, p. 57).
Il apparaît des travaux préparatoires de la loi attaquée que le législateur a estimé qu'il s'indiquait d'accorder par principe un droit d'interrogation directe de la B.N.G., même s'il n'est accordé qu'au « service d'enquête et de recherche » de cette Administration, de sorte que « les données reçues de la police [...] ne [peuvent] pas être utilisées à des fins de taxation » (Doc. parl., Chambre, 2013-2014, DOC 53-3105/001, p. 57).