De in artikel 52, 1º, bedoelde
huur en huurlasten betreffende onroerende goederen of gedeelten van onroerende
goederen die voor het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid worden gebruikt, worden alleen dan als beroepskosten beschouwd wanneer de huurder, hetzij de desbetreffende geregistreerde huurovereenkomst voorlegt waarin een beding is opgenomen waarbij de bestemming van de onroerende
goederen of gedeelten van onroerende
goederen voor beroepsdoeleinden wordt toegestaan, hetzij het schriftelijk bewijs voorlegt dat de eigenaar heeft ingestemd met het gebr
...[+++]uik van het onroerend goed voor beroepsdoeleinden».